Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
wroeten, peuteren met behulp van een stok of iets dergelijks. (In uw oren keuteren, de “hoellestoof” opkeuteren of uit m’n kindertijd: een mierennest openkeuteren)
ook in Antwerpen
Ik had mijn autosleutels in het putje laten vallen. Ik heb nogal gekeuterd, eer ik ze weer terug had.
draad (garen) door het oog van de naald steken
< Mnd. vademen
Gewest. in Z.-Nederl., t.w. in Kl.-Brab., Brab., Antw. Kempen (Schuerm. (1865-1870)). (Een naald) van een draad (vadem) voorzien; een draad door het oog van een naald halen.
vadem = een lengtemaat; een draad (vadem) = een snoer van een vadem lang
Oma: hier kleine, vessemt dezen draad er ’ns door want ik zie het niet.
puntenslijper voor potloden, ook puntenscherper, aanscherper
Het puntje van mijn potlood is afgekrakt, en ik vind mijn scherper niet.
uiteenstuiven, wegvluchten
zie ook wegspouteren
Toen de kat op de koorde kwamen, spoetterden de muizen uiteen.
Toen de kat op de proppen kwam, stoven de muizen nogal uiteen.
zich een pose aanmeten
ook: gerellig doen (zie grellig)
in Antw: graaf
Ik moet altijd lachen met die jonge gastjes die groof doen: rijden in een VW golf, doenk doenk muziek en “sportief” rijden en dan zijn ze het helemaal.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.