Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
afhaken
We zouden samen gaan zwemmen, maar op het laatste moment beelde hij toch wel weeral zeker!
iemand tergen of bespotten met ketelkmuziek.
Toen dat koppel, dat op trouwen stond, het huwelijk afzegde (= belen), werd er fel gescharminkeld in hun straat.
de postbode
zie ook : facteur
Kijk, het boodje is daar en hij heeft een pakske van Sinterklaas mee voor u.
met vaart aflopen, afrijden, bereizen, doorkruisen (met pejoratieve bijklank)
Ik heb heel de vogelenmarkt afgerotst, maar ik heb niet gevonden wat ik zocht.
We hebben op een week tijd heel de Périgord afgerotst.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.