Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
de luiaard uithangen, luieren
Hij heeft de hele dag geluierikt. Uit de zetel gekomen om een borreltje te drinken en een nootje te kraken of een eike te pellen. Voor de rest heb ik hem niet gehoord of gezien.
Wie zijn gat verbrandt moet op de blaren zitten. Wie iets mispeuterd heeft moet de gevolgen dragen
Als een vrijer “per ongeluk” zijn lief heeft “volgedraaid”, dan zegt men: wie zijn gat verbrandt moet op de blaren zitten !
soms
vgl.: swijle
de e dof uitgesproken
in Antw. soemwijle
Sewales komt hij nog eens buiten.
terwijl
zie ook swengst dat
Swengst da gij da doe, doeng kik (doen ekik) dees wel efkes.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.