Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    chirolokaal
    (het ~, ~kalen)

    - 1 lokaal in een gans gebouw, in het heem
    - ruimte waar chirojongens en chiromeisjes samenkomen om hun activiteiten uit te voeren

    zie ook jeugdlokaal, chiroheem

    voor andere samenstellingen met chiro zie aldaar

    Lokaal Chiro Sint-Ulriks-Kapelle
    Chirolokaal van Sint-Ulriks-Kapelle

    Elke zondag kwamen we bijeen in ons chirolokaal.

    De chirolokalen zijn dit weekend verhuurd aan een andere chirogroep.

    Volgend weekend gaan we ons chirolokaal schilderen en het gezellig inrichten.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 03 Sep 2020 19:14
    0 reactie(s)

    cellulite
    (vr zelfst nw geen mv)

    sinaasappelhuid/appelsienhuid

    < Fr. la cellulite

    zie ook verzamellemma geneeskunde

    Dimpled appearance of cellulite

    Ze maakt zich druk voor een beetje cellulite op haar billen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 03 Sep 2020 16:55
    2 reactie(s)

    arrè
    (tussenvoegsel)

    tussenvoegsel om onverwachte, plotse wending te benadrukken

    zie ook: voila, lap

    variant: arè

    Arrè, daar hebt ge’m se.
    Arrè, probeer da schot (met de bal) maar eens te stoppen.
    Arrè peta(a)t, dat is een schot in de roos.
    Arrè kroket, dat was ne rake uppercut. Precies Cassius Clay.
    Arrè sigaar
    Arrè lap het is weer van dat.

    Arrè, knots, het kinneke is me zn bolleke oep de stiejne vloer gevallen, zo’n verdriet!
    (Oei, knots, het kindje met zijn hoofdje op de stenen vloer gevallen, zo’n verdriet)

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 03 Sep 2020 12:37
    7 reactie(s)

    uitparen
    (ww.)

    uitgieten

    WNT: Uitperren, uitparren, uitpeiren, uitpeuren, (Vlaanderen en Land van Waas) uitgieten, uitstorten, inz. m. betr. t. groenten en het water waarin ze gekookt zijn: afgieten.
    De pataters uitpeuren, afgieten, Verz. Gezelle (Heule, voor 1899).
    — Ze was bezig met het water uit te perren, daar ze de patatten in gekookt had, Loquela (1895).
    Men zal pattatten uitparren, Joos (1900-1904).
    Hij wou zijn pint niet drinken en peirde ze uit op den vloer, Joos.

    Ga de rest van die soep maar uitparen in de gracht.

    Regio Waasland
    Bewerking door de Bon op 02 Sep 2020 19:09
    0 reactie(s)

    clubzetel
    (zn. m.; ~s)

    Algemeen Nederlands Woordenboek: (vooral) in België: luxe leren stoel met armleuningen; fauteuil; clubfauteuil

    zie ook zetel

    Fauteuil rond2

    Stijlvolle Donna clubzetel uitgevoerd in zwart of bruin kunstleder. (inofec.be)

    Maar na de vraag der vragen ging Olivier meteen met zijn porto in een clubzetel zitten en kwam er de rest van de avond niet meer uit.(duetrelatiebemiddeling.be)

    De clubzetel is een grote, tijdloze klassieker en is herkenbaar aan zijn dikke en aangenaamee zitting, zijn gestructureerde armleuniingen en zijn comfortabele rugleuning met genereuze garnissage die uitnodigt om te rusten. (vente-unique.be)

    > andere betekenis van clubzetel

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 02 Sep 2020 16:56
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.