Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
middel, taille
zie ook: leen
ook in de prov. Antwerpen
Toen ik nog jong was had ik een leeke dat je met twee handen kon vastpakken. Nu, euh … niet meer.
> andere betekenis van lee
scharnier, hengsel
uitspraak: /lé/, /lé j.e/
Ik heb nief leeën op mijn deur gestoken.
> andere betekenis van lee
(kleding) een vrouwenlijfke
meestal verkleind gebruikt: leeke(s)
WNT: Lee: het deel van een kleed dat de lenden omsluit:" E zijen leêken", Cornelissen-Vervliet (1899)
In N.-Nederl. niet in gebruik.
zie synoniemen bij onderlijfke
Het is koud, ik zal maar een katoenen leeke onder mijn trui aantrekken.
Alle satijnen leekes zijn in de was.
> andere betekenis van lee
mannelijk konijn, rammelaar, ram
< rijder
Mol en Hageland: rijer
Morgen wordt die raar gecastreerd, dan is em oud genoeg en dan zal em ni zo wild meer zen.
> andere betekenis van raar
warme maaltijd ’s middags of ’s avonds gegeten.
De Bo, L. (1873). Westvlaamsch Idioticon.
TEELKOST m. Potëten, gekookte spijs die men uit teelen eet.
Vanavond eet ik teelkost.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.