Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
benoeming die een persoon verkregen heeft door gebruik te maken van zijn “charmes”.
In ruimere zin, wanneer iemand een hoger functie bekomt zonder de officiële procedure te volgen, maar door onderling gekonkelfoes.
Je mag er zeker van zijn. Dat is een canapébenoeming!
wordt meestal gezegd tegen een kind in de betekenis van goed je best doen, braaf zijn, moedig zijn, niet verlegen zijn.
“Ben je flink geweest op school?”.
“Flink zijn bij oma hé!”.
“Geef eens flink een polleke aan de mevrouw”.
Filip, drie tienen! Dat is flink! Ik ben heel fier op je.
bang of angstig zijn, vrezen
Ik heb schrik voor mijn rijexamen.
in paniek geraken, panieken
Ze begon helemaal te panikeren toen ze merkte dat ze de trein had gemist.
Herkomst: Chiclets is een merknaam. Na de Tweede Wereldoorlog brachten de Amerikaanse soldaten chewing gum mee. De dunne reepjes waren gemaakt van chicle, een boomsap dat de Maya’s reeds kauwden.
kauwgom
Gooi uwe chicklet liever in de vuilbak in plaats van er de stoep mee te begaaien.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.