Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Een calamiteitenroute is een omleidingsroute die gebruikt wordt als de snelweg voor een aantal uren versperd of afgesloten is, bijvoorbeeld bij een ernstig ongeval. (verkeerscentrum.be)
De start van een calamiteitenroute wordt aangegeven met een geel signalisatiebord. Op het traject staan op verschillende plaatsen borden met letters, die de route aangeven. Deze codeletters zijn geen aanduiding van een geografische locatie, maar dienen enkel ter aanduiding van de rijrichting en route. (Wikipedia)
< Frans: calamité: ramp
Van Dale: calamiteit:
1 grote ramp, algemene ellende
= catastrofe
2 onverwachte gebeurtenis die schade of letsel veroorzaakt
Het verkeerscentrum raadt aan om vanaf de uitrit 11 Beervelde de calamiteitenroute met de letter F tot oprit 12 Lokeren te volgen. Daar kan je opnieuw de snelweg op. (destandaard.be)
De calamiteitenroute met code F geldt voor de route E17 richting Antwerpen/E313 richting Luik, code C voor E19 richting Breda/E403 richting Brugge, enz. (Wikipedia)
politieman, politieagent
Leuvense studententaal, verouderd
Van Dale: naam van de soldaten uit het korps dat in 1741 door baron Von der Trenck gevormd werd om de Ottomaanse grensstreken van rovers te zuiveren.
< Frans pandour, < Servo-Kroatisch: pandur
< voor meer etymologische verklaringen zie: http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/pandoer
zie ook pandoering
“Op 18 maart 1955, in het kader van de aktie tegen de Collardwet, trokken Rik Vandekerckhove en elf dappere commilitones het Leuvens stadhuis, tevens pandoerenkot, langs de hoofdingang binnen. Klokken, trompetten, strooibriefjes en veel lawaai kondigden de inname van het stadhuis aan. De pandoeren konden slechts na een half uur terug in hun eigen kot, dat even later opnieuw belegerd werd.” (http://www.carpegeel.be/)
oen, kalf, idioot, lomperik, kieken, wiewa, onnozelaar, onnozel manneke, mutten, teppe
Hey tette, het is langs links en niet naar rechts. Gij rijdt ook langs Parijs rond naar Antwerpen hè.
oen, kalf, idioot, lomperik, kieken, wiewa, idioot, onnozelaar, onnozel manneke, mutten, teppe
Hey tette, het is langs links en niet naar rechts. Gij rijdt ook langs Parijs rond naar Antwerpen hè.
kalf, lomperik
zie ook meutte, meute, moette, tette
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Een in Zuid-Ned. gewone naam voor een zeer jong kalf; wellicht is dit woord gevormd met het suffix ‘îna’, dat dikwijls voorkomt in namen van jonge dieren, waarbij men echter het onz. geslacht zou verwachten.
- “De muttekes staan in hun stal” De Cock en Teirl. Kindersp.(1902).
- Oneigenlijk, een klein kind; een dommerik, een sul (…)
- Samenst. Muttenstal (Joos (1900-1904), meuttentuischer, ”schacheraar in kalven” (Corn.-Vervl.)
Welke mutten heeft dat nu weer uitgevonden?
Inne minne mutten
10 pond grutten
10 pond kaas
inne minne mutten is de baas
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.