Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
opvreten, opeten
uitspraak: oepfreite
zie ook fretten, freiten, opfretten
De kater had zijn eten in een wip en een gauw opgefret.
Opfreiten!? Opeten, wilt ge zeggen!
opvreten, opeten
uitspraak /oepfrette/, /oepfreite/
zie ook fretten, freiten, opfreiten
Die gulzigaard is alles aan ’t oepfrette.
opvreten
uitspraak /oepfrette/, /oepfreite/
zie ook fretten, freiten, opfreiten
Die gulzigaard is alles aan ’t oepfrette.
persoon die fret, vreet, gulzig eet
vreter
zie ook fretten, freiter
vgl ertefretter
Gij zult eens gene fretter zijn zeker, alle puddingskes in 1 keer opgefret (opfretten)!
iemand niet kunnen uitstaan
zie ook: rieken, iemand niet kunnen ~
Beide groeperingen konden elkaar niet rieken of zien en ieder trok naar herbergen van zijn groepering. (heffen.be)
Ik kan hem niet meer rieken of zien met die pint op de salontafel. (alcoholhulp.be)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.