Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door fansy

    maar allee
    (uitdr.)

    zie allee

    Reclamefilmpje voor Win for Life:
    Maar allee, en mijn kleureke dan!

    Maar allee, hoe is dat nu mogelijk? Ik leg mijn sleutels just op tafel en nu zijn ze weg! shoe…!

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 17 Aug 2016 14:59
    0 reactie(s)

    maar allee
    (uitdr.)

    zie allee

    Reclamefilmpje voor Win for Life:
    Maar allee, en mijn kleureke dan!

    Maar allee, hoe is dat nu mogelijk? Ik leg mijn sleutels just op tafel en nu zijn ze weg! shoe…!

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 17 Aug 2016 14:57
    0 reactie(s)

    Maar allee
    (uitdr.)

    zie allee

    Reclamefilmpje voor Win for Life:
    Maar allee, en mijn kleureke dan!

    Maar allee, hoe is dat nu mogelijk? Ik leg mijn sleutels just op tafel en nu zijn ze weg! shoe…!

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 17 Aug 2016 14:56
    0 reactie(s)

    pee
    (de ~ (m.), ~ën, ~s)

    1) oudere kerel, peetje
    2) algemeen voor man, kerel
    3) vader

    WNT: pee: In Z.-Nederl.
    > fr. père, lat. pater
    1. Eig.: vader.
    2. Alg.: een man, een kerel, dikwijls ook in ongunstigen zin gebruikt. In deze bet. soms opgevat als eene afkorting van Peter of Petrus.
    “Een rare pee” De Bo (1873).
    3. Inz.: een oud man, meestal met het bijdenkbeeld van afgeleefdheid: een versleten mensch. Gewoonlijk in den verkl. peetje (oudtijds petjen, pitjen) en peeken. Ook in tegenstelling met metje, meeken.

    1) Dien ouwe pee heeft veel grappige verhalen over zijn jeugd.

    2) Is de Charel hie gewest?
    Ja, die pee was op tijd hie, mo is al terug eweg zalla. Veuwa, hed m dringend nodig?

    Maar allee, de Jean dat is toch nen toffe pee!

    3) Onze pee zit in ’t peekeshuis nu.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 17 Aug 2016 14:51
    1 reactie(s)

    pee
    (de ~ (m.), ~ën, ~s)

    1) oudere kerel, peetje
    2) algemeen voor man, kerel
    3) vader

    WNT: pee: In Z.-Nederl.
    > fr. père, lat. pater
    1. Eig.: vader.
    2. Alg.: een man, een kerel, dikwijls ook in ongunstigen zin gebruikt. In deze bet. soms opgevat als eene afkorting van Peter of Petrus.
    “Een rare pee” De Bo (1873).
    3. Inz.: een oud man, meestal met het bijdenkbeeld van afgeleefdheid: een versleten mensch. Gewoonlijk in den verkl. peetje (oudtijds petjen, pitjen) en peeken. Ook in tegenstelling met metje, meeken.

    1) Dien ouwe pee heeft veel grappige verhalen over zijn jeugd.

    2) Is de Charel hie gewest?
    Ja, die pee was op tijd hie, mo is al terug eweg zalla. Veuwa, hed m dringend nodig?

    Maar allee, de Jean dat is toch nen toffe pee!

    3) Onze pee zit in ’t peekeshuis nu.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 17 Aug 2016 14:50
    1 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.