Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Zeef
Ook als ww: ziften (zeven) – zift, ziftte, gezift.
> Mnl.: sifte, sichte
WNT: Zift: zifte, zicht (E): gewestelijk in Vl.-België
Werktuig om te zeven, te ziften; zeef.
Antw., Belg.-Brab.: Filter in een melkzeef.
W.-Vl.: handtrommel, tamboerijn
Woordgeslacht:
vr.: prov. Antwerpen
m.: Belg.-Brab. en Gent
onz.: O.- en W.-Vl., Zeel., Z.-Holl., Limb.
Ge kunt dat blikske pekes en aarte (erwten) afgieten door de zift.
Ge moet dat zand ziften, dan blijven de steentjes er in liggen.
Ze hebben daar nogal gelachen! Ze hebben die leerjongen om een glazen zift gestuurd.
Gierigorde emme een zift op hun schouw staan om hunnen smoor te zifte. Dan kunnen ze de beste stukken nog is gebruiken.
versteende as uit de kachel
uitspraak met nauwelijks hoorbare doffe ‘e’ na de ‘r’
zie varianten bij scharbieljen
Vooraleer de kachel opnieuw aan te steken, de skrebielden eruit halen.
Versteende as uit de kachel: Skrebielden (http://www.mijnwoordenboek.nl/dialect/Zelzaats)
“Om te eindigen een woord dat mijn vader me leerde, meer dan vijftig jaar geleden en dat ergens helemaal van onder in mijn woordenschatkist is blijven liggen, tot het enkele dagen geleden vanzelf weer verscheen, zoals een vergeelde klasfoto of een vergeten vakantiekiekje in een bestofte doos op zolder. Het is skrebielden of skrebieldekes.
Toen we nog allemaal met kolen stookten, vielen er al eens kleine gloeiende kooltjes door de (of het) rooster van de kachel. Die koelden af in de asla, dat kruiswoordraadselachtig woord. Mijn taak als jongste kind was dan vaak om de asse te zeven of te ziften met een zeef of zift (natuurlijk) om er de soms nog warme skrebielden uit te halen; die konden dan weer in de kachel om helemaal op te branden. De gezeefde asse gebruikten we in de winter om besneeuwde of beijzelde voetpaden begaanbaar te houden.
Ik heb lang moeten zoeken naar de oorsprong van dat prachtige dialectwoord, maar hier is het, voorwaar een woordenboekbuur van onze escarlette, namelijk escarbille, blijkbaar een Waals en Frans dialectwoord voor kolen die door het (of de) rooster vallen, bij kachels maar ook bij stoomtreinen en die men nadien recupereerde. Misschien is dat woord verwant met een andere buur: escarboucle, Frans voor onze karbonkels: robijnen of rode granaatstenen; beide zijn afkomstig van het Latijn carbunculus, een verkleinwoord van carbo, kool, dus een klein kooltje!
Een andere etymologie verwijst evenwel naar het Nederlandse schrabben of schrabbelen, dus krabben of ‘scharten’ en dat is ook een manier om de skrebielden uit de asse te halen. Dus een Eekloos dialectwoord uit het Waals dat uit het Vlaams komt…” (http://blog.seniorennet.be/kareldhuyvetters/archief.php?ID=382)
vliegenraam
Al maar goed dat we ziften en ziftendeuren hebben, anders was het hier vergeven van de muggen en vliegen.
Zeef
Ook als ww: ziften (zeven) – zift, ziftte, gezift.
Ge kunt dat blikske pekes en aarte (erwten) afgieten door de zift.
Ge moet dat zand ziften, dan blijven de steentjes er in liggen.
Ze hebben daar nogal gelachen! Ze hebben die leerjongen om een glazen zift gestuurd.
Gierigorde emme een zift op hun schouw staan om hunnen smoor te zifte. Dan kunnen ze de beste stukken nog is gebruiken.
versteende as uit de kachel
uitspraak met nauwelijks hoorbare doffe ‘e’ na de ‘r’
zie varianten bij scharbieljen
Vooraleer de kachel opnieuw aan te steken, de skrebielden eruit halen.
Versteende as uit de kachel: Skrebielden (http://www.mijnwoordenboek.nl/dialect/Zelzaats)
“Om te eindigen een woord dat mijn vader me leerde, meer dan vijftig jaar geleden en dat ergens helemaal van onder in mijn woordenschatkist is blijven liggen, tot het enkele dagen geleden vanzelf weer verscheen, zoals een vergeelde klasfoto of een vergeten vakantiekiekje in een bestofte doos op zolder. Het is skrebielden of skrebieldekes.
Toen we nog allemaal met kolen stookten, vielen er al eens kleine gloeiende kooltjes door de (of het) rooster van de kachel. Die koelden af in de asla, dat kruiswoordraadselachtig woord. Mijn taak als jongste kind was dan vaak om de asse te zeven of te ziften met een zeef of zift (natuurlijk) om er de soms nog warme skrebielden uit te halen; die konden dan weer in de kachel om helemaal op te branden. De gezeefde asse gebruikten we in de winter om besneeuwde of beijzelde voetpaden begaanbaar te houden.
Ik heb lang moeten zoeken naar de oorsprong van dat prachtige dialectwoord, maar hier is het, voorwaar een woordenboekbuur van onze escarlette, namelijk escarbille, blijkbaar een Waals en Frans dialectwoord voor kolen die door het (of de) rooster vallen, bij kachels maar ook bij stoomtreinen en die men nadien recupereerde. Misschien is dat woord verwant met een andere buur: escarboucle, Frans voor onze karbonkels: robijnen of rode granaatstenen; beide zijn afkomstig van het Latijn carbunculus, een verkleinwoord van carbo, kool, dus een klein kooltje!
Een andere etymologie verwijst evenwel naar het Nederlandse schrabben of schrabbelen, dus krabben of ‘scharten’ en dat is ook een manier om de skrebielden uit de asse te halen. Dus een Eekloos dialectwoord uit het Waals dat uit het Vlaams komt…” (http://blog.seniorennet.be/kareldhuyvetters/archief.php?ID=382)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.