Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
dichtzakken, inzakken, ineenzakken
WNT: Toezakken van holle ruimten: door zakken (van het omringende) dicht gaan of gevuld worden; van personen: in elkaar zakken. In een deel van Z.-Nederl.
De putten waren heelegans(ch) toegezakt, ik heb ze terug moeten openmaken, corn.-vervl. (1903).
Ge hebt die pitten voor de carportfundering niet tegoei open gemaakt want met die hevige regenvlagen zijn ze nu toegezakt.
dichtzakken, inzakken, ineenzakken
Ge hebt die putten in den hof niet tegoei open gemaakt want met die hevige regenvlagen zijn ze nu toegezakt.
dichtgooien, toezwaaien
Een bed opmaken in deze tijd vraagt niet veel tijd meer. Het dekbed toezwieren, even langs alle kanten rechttrekken en hup, het is in orde.
dichterbij komen, naderen
WNT:
Eig. en in fig. verbinding. Althans in N.-Nederl. verouderd.
Klotielde met Zef K. stonden te wachten naar de anderen die twee en twee toenaderden, stijn streuvels, Minneh. 1, 188 (1903).
Mijn dochter en ik wandelden langs de Nete. Een beetje verderop liet een man zijn hond los. Mijn dochter heeft een helse schrik van honden en hoe meer het vierpotig dier ons toenaderde, hoe meer mijn meerderjarig meisje zich, als een klein kind, achter mijn rug verschool. Het bruinharige dier had niet eens aandacht voor haar en hotste voorbij ons zonder één snuffel.
warm aankleden, met muts, handschoenen enz.
zie ook: aanduffelen, bunselen, busselen, inbusselen, toeduffelen
Met die kou heb ik de kleine goed ingeduffeld.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
