Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door fansy

    uitbater, de kleine ~
    (uitdr.)

    de kleine zelfstandige

    zie ook uitbaten, uitbaatster
    vgl de grote mannen

    Voor de kleine uitbater is het moeilijk knokken tegenover de uitbaters van een grote supermarkt of een winkelketen.

    De kleine uitbaters. (West-Vlaming 31 Mei 1930; WNT).

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 18 Nov 2014 11:30
    5 reactie(s)

    uitbater, de kleine ~
    (uitdr.)

    de kleine zelfstandige

    zie ook uitbaten, uitbaatster
    vgl de grote mannen

    Voor de kleine uitbater is het moeilijk knokken tegenover de uitbaters van een grote supermarkt of een winkelketen.

    De kleine uitbaters. (West-Vlaming 31 Mei 1930; WNT).

    Regio Standaard Nederlands
    Bewerking door fansy op 18 Nov 2014 11:30
    5 reactie(s)

    uitbater
    (de ~ (m.), ~s)

    exploitant, manager
    eigenaar

    zie ook uitbaatster, uitbater, de kleine ~

    In Belgisch-Nederlands is uitbater neutraal, in Nederland wordt het alleen gebruikt om een ironiserend of soortgelijk effect teweeg te brengen. (vrt taal.net)

    WNT: Uitbater, exploitant; ook: eigenaar. Alleen in Vl.-Belg.

    De rol van de zaaluitbater als actor bij het ontwikkelen van een feest- en fuifbeleid is in het verleden misschien wel verwaarloosd.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 18 Nov 2014 11:24
    1 reactie(s)

    uitbater
    (de ~ (m.), ~s)

    exploitant, manager
    eigenaar

    zie ook uitbaatster

    In Belgisch-Nederlands is uitbater neutraal, in Nederland wordt het alleen gebruikt om een ironiserend of soortgelijk effect teweeg te brengen. (vrt taal.net)

    WNT: Uitbater, exploitant; ook: eigenaar. Alleen in Vl.-Belg.

    De rol van de zaaluitbater als actor bij het ontwikkelen van een feest- en fuifbeleid is in het verleden misschien wel verwaarloosd.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 18 Nov 2014 11:23
    1 reactie(s)

    uitbaatster
    (de ~, ~s)

    exploitante, manager
    eigenares

    zie uitbater

    De overvaller richtte het wapen op een van de uitbaatsters en eiste het geld van de kassa.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 18 Nov 2014 11:22
    3 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.