Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
een vrouw die niet erg snugger is, een trut, een seut
ook treesebees of trees
Het is een echte trezebees.
Ziet die treesebees daar staan! (Ctje, 16 jan 2008)
gruwelijk, verschrikkelijk, akelig
schreeuwend, schel, fel
ook grellig
Ons geburen hebben een gerellige hond, ik heb er echt schrik van.
Het deed gisteren grellig buiten, het was geen weer om een hond door te jagen (ekikke, 14 aug 2008)
Wat een gerellige lucht. Sebiet een goei onweer, trekt de priezen (pries) al maar uit (pries, trek die ~ maar uit), dan kan den bliksem al niet inslagen.
Dat schilderij bestaat uit gerellige kleuren en lijnen.
Amai, dat meisje kan gerellig krijsen van schrik als een grote hond in haar buurt komt.
fantastisch akelig, fantastisch griezelig
Amelioratie: een omkering van de negatieve connotatie van grellig, akelig, griezelig
ook met de versterking kei: kei-grellig
De roetsjbaan op de sinksenfoor is echt grellig. Ik ga er zeker op.
- Hoe was de film?
- Keigrellig! (heel goed, speciaal, spannend, …)
akelig, gerellig
verschrikkelijk, fel, vaak in combinatie met het weer
SN: grillig
Ook in de Westhoek
WNT: grillig, grellig: bnw.
Van de lucht, van het weder; angst of ijzing wekkend; onheil spellend.
Grellig, grillig … schromelijk, fr. horrible, schuerm. (1865-1870).
Mijn grootmoeder uit Winkelomheide (Geel) gebruikte het woord nogal; bijvoorbeeld :
- wat een grellige mens
- een grellige beest.
In Frankrijk hebben ze een grellig onweer meegemaakt; overal overstromingen en ettelijke doden.
Wat een grellige (= onheilspellende) lucht!
Het is grellig (= verschrikkelijk weer) buiten.
akelig, gerellig
verschrikkelijk, fel, vaak in combinatie met het weer
Ook in de Westhoek
WNT: grillig, grellig: bnw.
Van de lucht, van het weder; angst of ijzing wekkend; onheil spellend.
Grellig, grillig … schromelijk, fr. horrible, schuerm. (1865-1870).
Mijn grootmoeder uit Winkelomheide (Geel) gebruikte het woord nogal; bijvoorbeeld :
- wat een grellige mens
- een grellige beest.
In Frankrijk hebben ze een grellig onweer meegemaakt; overal overstromingen en ettelijke doden.
Wat een grellige (= onheilspellende) lucht!
Het is grellig (= verschrikkelijk weer) buiten.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
