Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
opmaken
meestal met wederkerend voornaamwoord: zie paleren, zich ~
zie ook palatie
< andere definitie van paleren
“Ze was nog mor pas zesting jaar
twiê blau oêgen en zwart van aar
ze kon eur zoe góe paleren
en eur aar in krollekes frisere”
(Ze was nog maar zestien jaar
twee blauwe ogen en zwart van haar
ze kon zich zo mooi opmaken
en heur haar in krulletjes leggen)
Wannes Van de Velde “Mij Sofieke”
1. versiersel zoals o.a. slingers, e.d., versiering, decoratie
2. opsmuk
3. toetakeling (in de Kempen)
uitspraak: /pa ’loa s.e/
zie ook paleren
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Palatie, wat dient om te paleeren
”Met den règen is de palatie nat gewörren en bedörven”, Cornelissen-Vervliet (1899)
1. Een week na datum blijft die palatie nog hangen. ’t Wordt tijd dat we ze wegdoen (= verwijderen, weghalen).
In december ziet ge heel veel kerstpalatie in de straten en in de winkels.
2. In de jaren 80, als we uitgingen, was het mode om veel palatie van juwelen rond uwe nek in uw oren te hangen.
3. Amai, een schoon palatie dat ge gekregen hebt op uw gezicht: een blauw sjiek en een farm schavak op uw kaak.
uw/haar/zijn eigen opmaken
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Paleeren: bedr. en wederk. zw. ww.
Middelnederlands: pa(l)leren, naast poleren. Uit frans polir, polijsten, doch onder invloed van frans parer, waaruit pareeren, veranderd van vorm en verruimd van beteekenis. Thans alleen in Zuid-Nederland nog in algemeen gebruik.
< andere definitie van paleren
Ze paleerde haar eigen heel mooi om naar het reuniefeest te gaan.
Hij heeft zijn eigen nogal gepaleerd zoudt ge zeggen: cachetring, armband en horloge, een gouden ketting rond zijnen nek; zou hij een nieuw lief hebben?
Met carnaval kan ik eens goed doorgaan met mijzelf te paleren; overdaad schaadt dan niet.
versieren met papieren slingers (verjaardag, feest, jubilee)
zie ook palatie
Middelnederlandsch Woordenboek: Paleeren: Nog heden is paleeren in W.-Vlaanderen gewoon.
Zie b. v. De Bo: “de straten paleeren voor de komst van den koning”.
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Paleeren: bedr. en wederk. zw. ww.
Middelnederlands: pa(l)leren, naast poleren. Uit frans polir, polijsten, doch onder invloed van frans parer, waaruit pareeren, veranderd van vorm en verruimd van beteekenis. Thans alleen in Zuid-Nederland nog in algemeen gebruik.
< andere definitie van paleren
Als Pietertje zijn verjaardag viert, moet de kamer gepaleerd zijn.
uw/haar/zijn eigen opmaken
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Paleeren: bedr. en wederk. zw. ww.
Middelnederlands: pa(l)leren, naast poleren. Uit frans polir, polijsten, doch onder invloed van frans parer, waaruit pareeren, veranderd van vorm en verruimd van beteekenis. Thans alleen in Zuid-Nederland nog in algemeen gebruik.
< andere definitie van paleren
Ze paleerde haar eigen heel mooi om naar het reuniefeest te gaan.
Hij heeft zijn eigen nogal gepaleerd zoudt ge zeggen: cachetring, armband en horloge, een gouden ketting rond zijnen nek; zou hij een nieuw lief hebben?
Met carnaval kan ik eens goed doorgaan met mijzelf te paleren; overdaad schaadt dan niet.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.