Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
snottebel, snottepiet, snotpiet
zie ook neuskeutel
Iemand de pieten uit zijn neus halen (hem tot op zijn hemd uitvragen).
Gij gaat mij de pieten niet uit mijn neus halen, gij! (van mij zult ge niks vernemen)
snottebel, pier, snottepiet, halfgedroogd snot in een bolletje
Casillas veegt neuskeutel af aan jongetje (HLN.be)
Hij haalde allerlei lekkers uit zijn neus, draaide er een handig, hapklaar bolletje van en at vervolgens de neuskeutel op.
Van kak, pis, boeren, winden en neuskeutels (ds.be)
snottebel, pier, snottepiet, halfgedroogd snot in een bolletje
Casillas veegt neuskeutel af aan jongetje (HLN.be)
Hij haalde allerlei lekkers uit zijn neus, draaide er een handig, hapklaar bolletje van en at vervolgens de neuskeutel op.
worm, regenworm
snottebel, neuskeutel
zie pielewuiter, tetting
VD pier (dem; pieren), regenworm
Als het pas geregend heeft, zit ons gazon vol pieren.
worm, regenworm
snottebel, neuskeutel
zie pielewuiter, tetting
VD pier (dem; pieren), regenworm
Als het pas geregend heeft, zit ons gazon vol pieren.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.