Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door fansy

    mangelen, zich ~
    (ww. mangelde, gemangeld)

    hem, haar, het mangelen
    tekort hebben, mankeren, missen in de betekenis van ‘het niet hebben van’

    VD2014 online: Belgisch-Nederlands, weinig gebruikt afwezig zijn bij, ontbreken

    MNW: hem mangelen:
    Zich vereenigen, zich vleeschelijk vermengen, vleeschelijke gemeenschap oefenen.

    Hij heeft alles, het enige dat hem mangelt is een goei lief. Daar moet hij geld voor hebben om ze te kunnen onderhouden en dat mangelt hem ook.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 14 Oct 2014 04:35
    4 reactie(s)

    mangelen, zich ~
    (ww. mangelde, gemangeld)

    hem, haar, het mangelen
    tekort hebben, mankeren, missen in de betekenis van ‘het niet hebben van’

    VD2014 online: Belgisch-Nederlands, weinig gebruikt afwezig zijn bij, ontbreken

    MNW: hem mangelen:
    Zich vereenigen, zich vleeschelijk vermengen, vleeschelijke gemeenschap oefenen.

    Hij heeft alles, het enige dat hem mangelt is een goei lief.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 14 Oct 2014 02:04
    4 reactie(s)

    donkere, met den ~
    (uitdrukking)

    na zonsondergang

    zie ook lichte, met de ~, donkere(n), den ~

    Ik vind het zomaar niks om met den donkere door die kwacht te lopen.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 14 Oct 2014 01:15
    0 reactie(s)

    donkere(n), den ~
    (vaste uitdr.)

    het donker, de duisternis

    prov. Antw: den donkere

    zie ook donkere, met den ~

    Ziet da ge voor den donkeren thuis zijt he!

    ie durfde snavens alleen niet buiten gaan, hij was schuw van den donkeren. (De Bouck, 16 nov 2011)

    ‘Voor den donkeren thuis zijn’ heb ik ons moeder heel dikwijls horen zeggen als we gingen spelen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 14 Oct 2014 01:15
    15 reactie(s)

    donkeren, den ~
    (vaste uitdr.)

    het donker, de duisternis

    prov. Antw: den donkere

    zie ook donkere, met den ~

    Ziet da ge voor den donkeren thuis zijt he!

    ie durfde snavens alleen niet buiten gaan, hij was schuw van den donkeren. (De Bouck, 16 nov 2011)

    ‘Voor den donkeren thuis zijn’ heb ik ons moeder heel dikwijls horen zeggen als we gingen spelen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 14 Oct 2014 01:14
    15 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.