Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
afgedankt worden of zijn
zie ook buitenbonjoeren
vgl afbonjouren
Wegens reorganisatie in de firma, hebben ze hem eruitgebonjourd.
Bij een groot koekskesfabriek hebben ze weeral in de 300 mensen eruitgebonjourd, onder het mom van ‘vervroegd pensioen’.
Ze is eruitgebonjourd. Nu kan ze ander werk gaan zoeken.
Als ge uwe franken teut niet gaat houden tegen de grote baas, dan bonjouren ze u straks eruit.
afhaspelen
in snel tempo afwerken, voleinden
ovt. wordt m.i. niet gebruikt, wel voltooid vt
We zullen die vijf rondjes lopen eens rap afbonjouren zodat we naar binnen kunnen.
Hij heeft dat gras afrijden rapkes afgebonjourd want hij moest nog ergens zijn vanmiddag.
afwimpelen
vgl eruitbonjouren, buitenbonjoeren
Hij heeft ons afspraak afgebonjourd.
of buitenbonjouren
buitenzetten, buitengooien
zie ook bonjouren, buiten ~, eruitbonjouren
vgl. afbonjouren
Hij was zijn bezoek meer dan beu; hij heeft hem dan ook buitengebonjoerd.
Omdat hij zijn eigen (eigen, zijn ~) altijd oversliep (overslapen, zich ~) hebben ze hem buitengebonjourd.
Omdat hij zich steeds versliep, hebben ze hem eruit gebonjourd.
eruit gooien (smijten)
zie ook buitenbonjoeren, eruitbonjouren
vgl. afbonjouren
Begin vorig jaar – tijdens de kortstondige bezetting door aan Al Qaeda gerelateerde strijders van Ansar Dine – hebben die daar tientallen eeuwenoude moskeeën, mausolea van moslimgeleerden en zelfs bibliotheken met unieke manuscripten verwoest tot ze door de Fransen werden “buiten gebonjourd”. (VRT)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.