Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
bijnaam voor de inwoners van Nijlen
In vroegere tijden was er in Nijlen een roversbende genesteld, een afdeling van de beruchte bokkenrijders (bockeriejers). Ze randden dagelijks reizigers aan met ongeziene methoden; ze bonden de voeten bijeen en hingen hen omgekeerd met het hoofd naar beneden aan een dennenspar. Het geld dat ze bijhadden rolden uit hun zakken en zo hadden de rovers het maar voor het rapen. Op deze manier konden de rovers beweren dat ze niemand iets ontnomen hadden. Ze hadden het geld enkel gevonden en opgeraapt. Vandaar kregen de Nijlenaars de bijnaam ‘de Sparrijders’.
Minder bekend is dat ze ook Royeurs worden genoemd. (toeristische info Nijlen)
Tot mijn 7 jaar heb ik in Nijlen gewoond en was dus ooit een Sparrijder of Royeur geweest.
Bokkenrijders: De eerste vermelding van de term Bokkenrijders (oude spelling “Bockereyders”) komt uit het boekwerk: Oorzaeke, bewys en ondekkinge van een goddelooze, bezwoorne bende nagtdieven en knevelaers binnen de Landen van Overmaeze en aenpalende landstreeken. (ongedeeld Limburg in de 18e eeuw) bron: Wikipedia
vgl sparrijder
es kèndj loesterde veer gaer noa verhoale euver de Bockeriejers / als kind luisterden we graag naar verhalen over de Bokkenrijders
bijnaam voor de inwoners van Nijlen
In vroegere tijden was er in Nijlen een roversbende genesteld, een afdeling van de beruchte bokkenrijders (bockeriejers). Ze randden dagelijks reizigers aan met ongeziene methoden; ze bonden de voeten bijeen en hingen hen omgekeerd met het hoofd naar beneden aan een dennenspar. Het geld dat ze bijhadden rolden uit hun zakken en zo hadden de rovers het maar voor het rapen. Op deze manier konden de rovers beweren dat ze niemand iets ontnomen hadden. Ze hadden het geld enkel gevonden en opgeraapt. Vandaar kregen de Nijlenaars de bijnaam ‘de Sparrijders’.
Minder bekend is dat ze ook Royeurs worden genoemd.
Tot mijn 7 jaar heb ik in Nijlen gewoond en was dus ooit een Sparrijder of Royeur geweest.
bijnaam voor de inwoners van Nijlen
In vroegere tijden was er in Nijlen een roversbende genesteld, een afdeling van de beruchte bokkenrijders. Ze randden dagelijks reizigers aan met ongeziene methoden; ze bonden de voeten bijeen en hingen hen omgekeerd met het hoofd naar beneden aan een dennenspar. Het geld dat ze bijhadden rolden uit hun zakken en zo hadden de rovers het maar voor het rapen. Op deze manier konden de rovers beweren dat ze niemand iets ontnomen hadden. Ze hadden het geld enkel gevonden en opgeraapt. Vandaar kregen de Nijlenaars de bijnaam ‘de Sparrijders’.
Minder bekend is dat ze ook Royeurs worden genoemd.
Tot mijn 7 jaar heb ik in Nijlen gewoond en was dus ooit een Sparrijder of Royeur geweest.
jelap: de meest gekende is gemaakt van rode bessensap of van sap van diverse rode vruchten. Het is helder van kleur en niet troebel. Het sap wordt aangedikt met suiker en gelatine, vandaar de gelatineachtige structuur.
Het is een armemensen vruchtenconfituur (arme-mensen-kost), waarvan men de stukjes vruchten niet kan zien.
jelap: contaminatie van gelatine-sap of van gelei-sap
uitspraak: zje-làp, klemtoon op 2°deel.
Oorsprong: Julep (16de E): geneeskunde
sap van fruit op basis van rozenwater, geconserveerd met suiker: een soort drinkbare fruit- of kruidensiroop.
Een zoete drank van verschillende bereiding, voorheen, als koeldrank (om de koorts te laten zakken en om aan te sterken), aan zieken, ongestelden of herstellenden toegediend.
Dokters die enkel medicatie voorschrijven op basis van siroop of suikerwater, noemt men julepdokters.
WNT: Hd. julep, van fr. julep, dat zelf van arabisch-perzischen oorsprong is.
vb.:
- Noch willic ordoneren conserven jelepten Tjeghens de ghesontheyt … Sonderlynghe als de maghe verlast es (Dryakelprouver) (1528)
- Eerst moet men een julep nemen, sulcks als hier nae volcht, ald., Vlaanderen/Brabant/Limburg, (1546)
Niet te verwarren met jalap/jalappe: laxeermiddel (sinds 17de E gekend gebruik) genoemd naar Xalapa in Mexico, de plaats waar de harsplant groeit.
Tussen 2 maaltijden, of om ’s nachts niet wakker te worden van den honger, kregen we ’s avonds nog “nen bo mé zjelap”.
Gebruikt door ons moe: voor we gingen slapen kregen we nog “nen bo mé zjelap”.
Gisteren heb ik zjelap gemaakt van het helder sap van rabarber en appel; bangelijk lekker!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.