Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door fansy

    pleksel
    (het ~, ~s)

    1. kleefstof
    2. plaksel, plaasterresten

    1. Het pleksel van dat etiket is moeilijk van het glazen potje af te wassen.
    Sommige etiketten van glazen conservenpotjes is er zo moeilijk af te weken omdat het pleksel zo hardnekkig is. Ook het afwassen met water en zeep lukt niet altijd.

    2. Na het plekken van de muur is het tijd om het pleksel dat op de grond is gevallen, op te kuisen.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 27 Sep 2014 05:02
    0 reactie(s)

    plekker
    (de ~ (m.), ~s)

    stukadoor, plakker

    WNT: Plekker, pleisteraar (”Een plecker. Vn plastreur, de mortier ou d’argille”, plant. (1573); zie ook schuerm. 486 a (1865-1870))

    Sommige Poolse plekkers zijn plekpotten, gelijk die kunnen smossen terwijl ze plekken

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 27 Sep 2014 04:54
    0 reactie(s)

    plekker
    (de ~ (m.), ~s)

    iemand die plakt, aanplakt

    Met de keus ziet ge de plekkers affiches plakken op de daarvoor voorziene aanplakborden.

    ’s Avonds en ’s nachts plakken de plekkers affiches op de reklameborden langs de weg en tegen de gevels van de huizen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 27 Sep 2014 04:53
    0 reactie(s)

    plekplaaster
    (de ~ (v.), ~s)

    1. iemand die plekt, een vrouwelijke plekker, plekpot
    2. een vrouwelijk persoon die heel lang ergens blijft hangen op 1 plek

    1. Plekplaastertje, wast uw snoephandjes eens eerst. Ze plekken van boven tot onder.

    2. We zitten al meer dan 2 uur in den H&M rond te hangen, plekplaasters dat we zijn.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 27 Sep 2014 04:49
    0 reactie(s)

    plekplaaster
    (de ~ (v.), ~s)

    1. iemand die plekt, een vrouwelijk plekker, plekpot
    2. een vrouwelijk persoon die heel lang ergens blijft hangen op 1 plek

    1. Plekplaastertje, wast uw snoephandjes eens eerst. Ze plekken van boven tot onder.

    2. We zitten al meer dan 2 uur in den H&M rond te hangen, plekplaasters dat we zijn.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 27 Sep 2014 04:49
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.