Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door fansy

    afgaan
    (ww., ging af, afgegaan)

    1) kleuren die afgeven in water, verbleken in water
    2) van kleur verschieten, verbleken, vervalen, afschieten

    Van Dale 2014 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal

    1) Die rode broek apart wassen want die gaat af.
    En zeker niets wit erbij steken want als die afgaat dan ziet alles roos.

    2) In de solden vindt ge soms kledingstukken met een verbleekte plooirand, dan is dat afgegaan van de zon met in de vitrine te liggen.

    > zie andere definities van afgaan

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 09 Mar 2021 20:10
    0 reactie(s)

    afgaan
    (ging af, is afgegaan)

    rinkelen

    > zie andere definities van afgaan

    Sorry, ik had mijn gsm niet horen afgaan.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 09 Mar 2021 20:10
    2 reactie(s)

    mensen
    (verzamellemma)

    De Vlaming gebruikt in zijn alledaags taalgebruik ontzettend veel woorden die in het Nederlands iets anders betekenen, dan wel sterk verouderd of zelfs geheel onbekend zijn. In dit lemma houden we ne lijst bij van alle algemeen Vlaamse woorden die gebruikt worden voor te verwijzen naar familieleden, en ‘soorten’ mensen in het algemeen (gelijk: man, vrouw, kind, e.d.m.). Aan de hand van deze lijst kan een student Vlaams de betekenis van deze woorden eenvoudig achterhalen, en aldus rap mee zijn in e gesprek met moedertaalsprekers. Naast deze algemeen gebruikte woorden bestaan er ook nog tal van dialectwoorden (waarmee we enkel bedoelen dat ze slechts in een beperkte regio gekend zijn), uit praktische overwegingen nemen we deze niet op in het lemma.

    algemeen:
    bengel
    bibi
    bobon
    boeleke
    bruggepensioneerde
    gast
    jonk
    jagger
    jonggepensioneerde
    jonkheid
    jonkman
    kadee
    kapoen
    kerstenkind
    kinderken
    kinneke
    koppel
    madam
    manneke
    mee
    meiske
    pateeke
    pagadder
    patotter
    pee
    smanspersoon
    vent
    vrouwmens
    wijf

    familie:
    achterkozijn
    achternakomertje
    bobon
    bomma
    bompa
    doopmeter
    dooppeter
    echteling
    echtgescheiden
    koekoekskind
    kozijn
    lief
    madam
    maman
    meemama
    meeouder
    meme
    mémé
    memoe
    moedere
    moemoe
    nonkel
    nonkel pater
    patchworkfamilie
    pepe
    plusdochter
    plusgezin
    pluskind
    plusmama
    plusouder
    pluspapa
    pluszoon
    schijnkind
    schoonbroer
    tant
    tante nonneke
    vadere
    vava
    vent
    veva
    wijf
    zuster

    -

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 09 Mar 2021 19:54
    14 reactie(s)

    vogelnamen
    (verzamellemma)

    Begin 2015 beslisten de NL vogelaars eenzijdig de namen van een aantal vogelsoorten te wijzigen. Daarenboven werd beslist om de diminutief bij vogelnamen te weren: roodborstje moest roodborst worden. De Vlaamse vogelaars verzetten zich in den beginne nog tegen deze vorm van taalimperialisme, maar ondertussen zien we dat vele Vlaamse bronnen zich taalonderdanig aangepast hebben aan de Nederlandse directieven.

    Zonder scrupules veranderen de NL vogelaars Vlaamse gaai in ‘gaai’ en willen ze roodborstje veranderen in oranjeborst! Kan het nog symbolischer?

    Voorbeelden (alfabetisch):
    aakster
    goudhaantje
    hanne, hanneke
    meirlaan
    roodborstje
    Vlaamse gaai
    winterkoninkje

    Varia:
    annekesnest

    Uitdrukkingen:
    aan de pluimen kent men de vogel

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 09 Mar 2021 13:19
    5 reactie(s)

    kledij
    (verzamellemma)

    De Vlaamse garderobe ziet er betrekkelijk anders uit dan de Nederlandse. In dit lemma bewaren we een lijst van allerlei Vlaamse kledingsstukken en gerelateerde terminologie, evenals uitdrukkingen die naar deze kledij verwijzen. Een aanzienlijk deel van deze terminologie is (duidelijk) geleend van de zuiderburen, maar er zijn ook verschillende gevallen waarbij de Hollander, en dus de Nederlandse standaardtaal, een Frans woord gebruikt, terwijl de Vlaming er zelf een woord voor heeft bedacht. Bij de gelinkte lemma’s zijn er bovendien nog talloze andere namen voor kledingsstukken te vinden.

    kledij:
    aanstekers
    baai
    bain de soleil
    badkostuum
    blokken
    boi
    botten
    bottinen
    bovenlijfke
    bretellen
    broeksriem
    centuur
    combiné
    cravat
    debardeur
    duffelcoat
    foelaar
    frak
    frennen
    frulleke
    fuck-me-botjes
    gaine
    gilet
    golf
    gordel
    hemd
    hoge col
    kap
    kaptrui
    kaspoesjeir
    kepie
    klak
    kleed(je) (+ avondkleed, bloemekeskleed, communiekleed, doopkleed, slaapkleed, trouwkleed, zomerkleed, …)
    kloef
    kloon
    knop
    kostuum
    kousen
    kousenbroek
    k-way
    lits
    maillot
    manchetknop
    mantel
    marcelleke
    nestels
    neuke
    onderhemd
    onderlijfke
    onderpull
    onderzip
    overal
    palto
    pantoffels
    pelse frak
    pitteleir
    plastron
    pots
    pression
    pull
    regenscherm
    rijkoord
    sacoche
    salopette
    short
    sjerp
    skibot
    sleffers
    sletsen
    sloefen
    sous-pull
    swieter
    tailleur
    tallon
    tenue
    tiret
    vellen frak
    vest
    veston
    voorschoot
    vriezebroek
    zip
    zot

    werkwoorden:
    aanduffelen
    aanspelen
    aanstoten
    aantakelen
    aantoortelen
    fronsen
    opplooien
    plooien
    sletsen
    tailleren

    varia:
    afgeborsteld
    avondkledij
    buil
    col
    coupe regentes
    droogkast
    droogkuis
    gele hesjes
    hiel
    kapstok
    lap
    mottenbol
    neep
    okselvijver
    pince
    smink
    solden
    tent
    wasmachien

    uitdrukkingen:
    aap met ne pyjama
    broek, aan zijn ~ houden
    broek, de ~ dragen
    ene frak en twee schoenen
    frak, amaai mijne ~
    Jean met de klak
    kiekens, de ~ zitten door den draad
    klak, amai mijn ~
    klak, er met de ~ naar gooien
    kleedje, in een nieuw ~ steken
    klonen, de ~ van iets aanhebben
    kroon, de ~ ontbloten
    met de klak rondgaan
    nestel, zijnen ~ afdraaien
    sloef, op zijn ~en afkomen
    uit een doosje komen
    voorschoot, een ~ groot

    > andere betekenis van kledij

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 09 Mar 2021 13:19
    2 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.