Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
zigeuner, bohemer
zie ook: bojemer
Jammer dat boejemers geen te goeie naam hebben. Ons dorpsgenoten zijn ze liever kwijt dan rijk.
daar, deze, bij
enkel in bepaalde samenstellingen met tijd:
te strak(s): daarstraks > derstrak(s)
te just: daarjuist > derjust
te net: daarnet > dernet
te morgend: deze morgen
t’ avond: deze avond
te noenend, te middag : deze middag
te nacht: deze nacht
MNW:
Waer die gone sijn ghevaren, die hier te nacht te werke waren, (Wal. 6956, Vlaanderen, 1350.)
Si sullen noch tavont blide sijn. (Segh. 4069)
Te straks had ik het VW open gedaan en te just een lemma ingegeven.
Te morgend ben ik vroeg opgestaan.
Te komende week zou het alweer gaan vriezen.
T’ avond ga ik een schone (schoon) film zien.
daar, deze, bij
enkel in bepaalde samenstellingen met tijd:
te straks: daarstraks
te just: daarjuist
te morgend: deze morgen
t’ avond: deze avond
te noenend, te middag : deze middag
te nacht: deze nacht
MNW:
Waer die gone sijn ghevaren, die hier te nacht te werke waren, (Wal. 6956, Vlaanderen, 1350.)
Si sullen noch tavont blide sijn. (Segh. 4069)
Te straks had ik het VW open gedaan en te just een lemma ingegeven.
Te morgend ben ik vroeg opgestaan.
Te komende week zou het alweer gaan vriezen.
T’ avond ga ik een schone (schoon) film zien.
ruikt, riekt
“Hij geriekt dat..” (L.P. Boon)
VD95: gerieken, gewestelijk: syn. ruiken
uitspraak als “griekt” of “geriekt” met een korte, doffe e.
Deze vorm is m.i. erg in onbruik geraakt, maar bij het lezen herinner ik me andere werkwoorden met een ‘r’ beginnend die een ge~ prefix krijgen in bepaalde vervoegingen (zeker in het Antwerps):
Hij graait dat… (raden, zie graaien, geraaien, raden);
Hij graapt dat op (oprapen); Groept zo hard nie! (roepen)
(graag aanvullingen en commentaar op deze grammatica)
Hij griekt zijn eigen scheten niet.
Die het eerst geriekt, z’n nolleke piept. (gezegde)
ruikt, riekt
“Hij geriekt dat..” (L.P. Boon)
VD95: gerieken, gewestelijk: syn. ruiken
uitspraak als “griekt” of “geriekt” met een korte, doffe e.
Deze vorm is m.i. erg in onbruik geraakt, maar bij het lezen herinner ik me andere werkwoorden met een ‘r’ beginnend die een ge~ prefix krijgen in bepaalde vervoegingen (zeker in het Antwerps):
Hij graait dat… (raden, zie graaien, geraaien, raden);
Hij graapt dat op (oprapen); Groept zo hard nie! (roepen)
(graag aanvullingen en commentaar op deze grammatica)
Hij griekt zijn eigen scheten niet.
Die het eerst geriekt, z’n nolleke piept. (gezegde)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.