Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
ruikt, riekt
“Hij geriekt dat..” (L.P. Boon)
VD95: gerieken, gewestelijk: syn. ruiken
uitspraak als “griekt” of “geriekt” met een korte, doffe e.
Deze vorm is m.i. erg in onbruik geraakt, maar bij het lezen herinner ik me andere werkwoorden met een ‘r’ beginnend die een ge~ prefix krijgen in bepaalde vervoegingen (zeker in het Antwerps):
Hij graait dat… (raden, zie graaien, geraaien, raden);
Hij graapt dat op (oprapen); Groept zo hard nie! (roepen)
(graag aanvullingen en commentaar op deze grammatica)
Hij griekt zijn eigen scheten niet.
Die het eerst geriekt, z’n nolleke piept. (gezegde)
te, in hoger dan wenselijke mate
mannelijk | vrouweljk | onzijdig | |
enkelvoud | te[n] | t(e) | t(e) |
meervoud | t(e) |
ne veel ten dikke vent
een veel te dikke vrouw
een veel te dik kind
ne veel te kwaaie vent
Om
> in samenstellingen met ‘uur’
Gallicisme.
De vertoning begint te 20 uur. De vertoning begint om 20 uur.
Gemeenteraadszitting van 26 mei vangt aan te 20 uur.
Zitactie tegen schoolbel te 15 uur.
leeftijd, ouwerdom, ouderdom
regio: Zandvliet, Berendrecht
Toen da ’kik ouwen ouwer oj, speulde me nog elken dag oep ’t straat…
ongezuiverd zeezout (arch.)
In de oude tijd werd zeezout gewonnen uit zeewater met behulp van het verbranden van turf, o.a. langs de kust van (nu: Zeeuws-)Vlaanderen. Het ruwe product werd ‘ouwer’ genoemd.
Ouwer, zout en turven uit een zoutkeet dragen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.