Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wordt gezegd tegen iemand die zich aanstelt.
Wordt gezegd tegen iemand die flauwe grappen vertelt.
Wat vertelt gij daar? Hebt ge gisteren hard gewerkt? Ge hebt nog nooit gewerkt, ge weet zelfs niet wat werken is. Ge doet ne treurwilg lachen met uwe zever.
klein soort van accordeon
zie ook tienbasser, trekorgel
VD2014 online: gewestelijk, schertsend: trekharmonica
Speel nog eens iets op den trekzak.
trekharmonica, trekzak
Vroeger zag men dikwijls een muzikant met zijn trekorgel een deuntje spelen op het terras van een café, om dan met zijn klak rond te gaan voor wat drinkgeld.
- varken dat vetgemest wordt voor te slachten
- algemeen verwijtwoord voor iemand die stinkende scheten laat, gulzig en/of onbeschoft eet, of eender bij welke gelegendheid
uitspraak: mestverke
eet met aa bakkes toe, mestverke!
géut buite schijte, mestverke!
onbeschoft mestverke!
smoel toe, mestverke!
aaft aa bakkes, mestverke!
eierentrapper, een kippenhaan
ook gebruikt voor een man die vreemdgaat.
onzen aarentrapper kraait de ganse dag
onze buurman is een aarentrapper
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.