Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door fansy

    geburen
    (de ~ )

    buurt, buren

    West-Vl.: gebuurte

    We hebben wel 3 frietkoten in ons geburen.

    Dat em maar uit mijn geburen blijft of ik doe (bega) een ongeluk.

    De geburen zijn een beetje luidruchtig vandaag.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 19 Sep 2014 02:32
    4 reactie(s)

    gerellig
    (bn.)

    gruwelijk, verschrikkelijk, akelig
    schreeuwend, schel, fel

    ook grellig

    Ons geburen hebben een gerellige hond, ik heb er echt schrik van.

    Het deed gisteren grellig buiten, het was geen weer om een hond door te jagen (ekikke, 14 aug 2008)

    Wat een gerellige lucht. Sebiet een goei onweer, trekt de priezen (pries) al maar uit (pries, trek die ~ maar uit), dan kan den bliksem al niet inslagen.

    Dat schilderij bestaat uit gerellige kleuren en lijnen.

    Amai, dat meisje kan gerellig krijsen van schrik als een grote hond in haar buurt komt.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 19 Sep 2014 02:30
    0 reactie(s)

    inslagen
    (ww., sloeg in, ingeslagen)

    met een slag, met snelheid en kracht in iets doordringen

    SN: inslaan

    De bliksem kan niet inslagen via de kabel als alle priezen (pries) zijn uitgetrokken.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 19 Sep 2014 01:18
    0 reactie(s)

    grellig
    (bn.)

    akelig, gerellig

    WNT: grillig, grellig: bnw.
    Van de lucht, van het weder; angst of ijzing wekkend; onheil spellend.
    Grellig, grillig … schromelijk, fr. horrible, schuerm. (1865-1870).

    Mijn grootmoeder uit Winkelomheide (Geel) gebruikte het woord nogal; bijvoorbeeld :
    - wat een grellige mens
    - een grellige beest.

    In Frankrijk hebben ze een grellig onweer meegemaakt; overal overstromingen en ettelijke doden.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 19 Sep 2014 00:47
    1 reactie(s)

    grellig
    (bn.)

    akelig, gerellig

    WNT: grillig, grellig: bnw.
    - Van de lucht, van het weder; angst of ijzing wekkend; onheil spellend.
    Grellig, grillig … schromelijk, fr. horrible, schuerm. (1865-1870).
    - Het koeld’ eerst saft, men deed’ de zeylen gieten, Maer korts daer aen men hiet de stengen schieten (d. i. laten zakken), Want al het swerck dat sach ’er grillig uyt. cats 1, 460 b (1629)

    Mijn grootmoeder uit Winkelomheide (Geel) gebruikte het woord nogal; bijvoorbeeld :
    - wat een grellige mens
    - een grellige beest.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 19 Sep 2014 00:33
    1 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.