Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
(h)op-sinjoor (spaans: senor)
Oorsprong: Spanje: El Pelele
In het Madrileense Pradomuseum valt op een schilderij van Francisco de Goya overigens ook een tafereel te zien waarbij iemand op een doek de lucht in gesmeten wordt.
In 1647 sneed Valentyn van Lanscroon de pop uit hout en gaf hem de nam “sotscop” (zotskop). Deze titel zou de komende decennia veranderen in meer denigrerende namen als “vuilen bras”, “vuilen bruidegom” of “vuilen bruid”.
Opsinjoorke is een fictieve figuur uit de Vlaamse en Mechelse folklore. Het is een kort dik mannetje met een snor. Hij symboliseert de eeuwige dronkenlap die zijn vrouw afranselt. Als straf wordt hij door zijn buren op een grote doek in de lucht gegooid en weer opgevangen. (Wikipedia)
Traditiegetrouw neemt Mechelen jaarlijks een houten pop die Opsinjoorke voorstelt, mee tijdens de ommegang en andere stoeten.
1) BE: gebruikt voor enkele stoeten en optochten bij een feestelijke gelegenheid, inzonderheid bij een kermis
vb de Ommegang van Mechelen, de ommegang van Brussel, de ommegang van Dendermonde,…
Oorsprong: een religieuze processie in de Zuidelijke Nederlanden. = “om (rond) de kerk gaan", ter verering van een heilige. In NL is een ommegang nog religieus getint.
2) Ommegang is ook de bijnaam van de militaire operatie tegen de Simba-opstand in Stanleyville (Kisangani) in 1964. De benaming werd door kolonel Fréderic Vandewalle gegeven naar het jaarlijkse Brusselse festival ‘Ommegang’, vanwege de diverse samenstelling van de troepen (Belgische en Amerikaanse soldaten en Congolese huurlingen), waardoor de opmars gelijkenissen had met de gelijknamige historische optocht.
1) De Ommegang van Mechelen is een aloude Mechelse traditie van de reuzenstoet. De reuzenfamilie, ’t veergebreuderspjeid, de praalwagens van De Peoene en De Lisbloem (rederijkerskamers), ’t Schip van Oorlog (Schip van ’s Lands Welvaren), het Rad van Fortuin, de Kemeltjes, de Paardjes en natuurlijk Opsinjoorke.
De Ommegang, of een selectie uit zijn elementen, begeleidt soms ook andere stoeten in de stad.
2) De ommegang werd samengesteld ten tijde van de Congocrisis om 2300 Westerse gegijzelden te bevrijden uit Stanleystad en Paulis.
hor
> Fr.: jalousie: scherm met lamellen
> Ital.: gelosia
Steek de jalouzie in zodat de muggen niet binnen komen.
een vliegenraam, een hor
zie ook jalouzie
Sinds de inbraak haal ik alle zalozie’s uit, alvorens te vertrekken.
schatje, schatteke, vriendin, vriend
dim: keppeke, keppetje
zie ook: keppekindje, keppesleppe
vgl keppemaken, keppemaker
WNT:
Volgens Debrabandere is keppe de stam van mnl. keefse, kevesch, du. kebse `bijzit’. Verwant aan du. käfig, wvl. keve `kooi’.
Een keppe is dan `iemand die samenhokt, bijzit, geliefde’.
(Vl.-België, inz. W.-Vl.) Iemand die men lief heeft; voor wie men voorkeur heeft; lieveling.
Siska is al twee jaar mijn keppe. Met haar wil ik oud worden.
kmis men keppeke (zoë131, 7 juli 2014)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.