Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
ambras maken, heftig protesteren
gat, van zijn ~ geven, neus, van zijn ~ maken, paretten, van zijn ~ maken
Onze vader, als hij zat was, kon m tegen ons moeder en tegen ons van zijn kloten maken, maar als em nuchter was, kon hij ni tot vijf tellen.
ambras maken, heftig protesteren
gat, van zijn ~ geven, neus, van zijn ~ maken, paretten, van zijn ~ maken
Onze vader, als hij zat was kon m tegen ons moeder en tegen ons van zijn kloten maken, maar als em nuchter was, kon hij ni tot vijf tellen.
van zich laten horen, ruzieachtig gedrag vertonen, opspelen
zie ook: kloten, van zijn ~ maken, gat, van zijn ~ geven, paretten, van zijn ~ maken
Wa.Fr. faire de son nez
VD2013 online: Belgisch-Nederlands
Als ge er niks van snapt, moet ge hier ook niet van uwe neus staan maken.
opspelen, heftig protesteren
zie ook oren, van zijn ~ maken, neus van zijn ~ maken, kloten, van zijn ~ maken
de Jef heeft vandaag serieus van zijn paretten gemaakt tegen zijn vader omdat die zijn dagelijkse medicatie niet wou innemen met water maar met bier.
WNT:
PARETTE, znw. vr., mv. -ten. Daarnaast pret(te) Een in Z.-Nederl., meestal in het mv. voorkomend woord, dat waarschijnlijk één is met Pret en verwant met Part en Prat
1. Pralerij, snoevende manier van doen. Verg. bij Kiliaan: ”pratte, parte. Arrogantia, audax facinus”.
Hij maakt veel p(a)retten, De Bo (1873).
Wie heeft er u geleerd van al die paretten te maken? Joos (1900-1904).
2. Part, gril, kuur.
Zijn paretten spelen, Corn.-Vervl. (en Schuerm. (1865-1870)).
Ze heeft vandaag heur paretten gehad, Joos (1900-1904).
zie ook pet, petten
3. Aardig voorval, ongeval, ”spel”. In de verbinding: paretten hebben.
De voerman had paretten mee ze’ pèèrd, het begost te springen en te steigeren, Corn.-Vervl.
Ik heb daar gisteren op de groote baan een paretje gehad, er vroeg mij een gewapende man naar toebakgeld, Joos (1900-1904).
Samenst. Parettemaker, windmaker, beslagmaker (De Bo (1873); Joos (1900-1904)). WNT
vgl. Gent: perrewettenmaker, bij perrewetten maken
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.