Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
grootmoeder, oma
dim. van bobon
zie ook bon, de ~
Bonneke is toch een grappige he. Ze wilt niet naar het ouwpeekeshuis. “Daar zitten allemaal ouw mensen” zegt ze dan. Zelf is ze 89 jaar.
grootmoeder, oma
dim. van bobon
zie ook bon, de ~
Bobonneke is toch een grappige he. Ze wilt niet naar het ouwpeekeshuis. “Daar zitten allemaal ouw mensen” zegt ze dan. Zelf is ze 89 jaar.
bobon, grootmoeder, moemoe, meme, meemee, bomma, bonmama, metje
de bon: meestal (uitsluitend?) gebruikt in combinatie met het bepaald lidwoord
zonder lidwoord, bij zeldzame meervoudsvorm bonnekes etc. zal men diminutief bonneke gebruiken
Andere regio’s?
ook in Gent
Den enige keer dat we niet aan ons gasten hun oren moeten zagen om hun eigen (eigen, zijn ~) klaar te maken voor te vertrekken is, als we zondagsmiddags naar de bon gaan. Dan staan ze al op voorhand aan den auto klaar. Ze weten wel waarom…
Onze Jeroen is serieus aan het puberen. De enige die er nog iets tegen kan zeggen zonder ambras te krijgen is de bon. Daar heeft em nog respect voor.
Ons bonneke is nog heel goed te been, elke dag fietst ze nog 5 kilometer over en ’t weer naar de GB.
bejaardentehuis
zie ook: oudmannekeshuis, oumannekeshuis, peijkesaas
ook in de prov. Antwerpen
Als ik op mijnen ouwen dag niet meer uit de voeten kan (voeten, niet uit de ~ kunnen), dan moeten ze me maar in het peekeshuis zetten.
Op zijn 95e kwam Jef in het peekeshuis terecht. (Carientje, 28 juli 2008)
bejaardentehuis, rusthuis
zie ook: ouwmeekeshuis, peekeshuis
Mijn vader van 80 wou nog niet naar een ouwpeekeshuis gaan; hij heeft voor het wonen op een service flat gekozen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.