Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Mens, van het vrouwelijk geslacht, die misprijzen opwekt door zijn dwaze uitspraken en/of gedrag. Hoewel dit gedrag ook kan vertoond worden door mensen van het mannelijk geslacht, is deze uitdrukking op hen niet van toepassing. (vrij naar de verklaring bij manneke, onnozel ~)
zie ook: onnozel manneke, onnozel ventje, onnozel wicht, onnozel geit
mannelijk: onnozele, onnozelaar
Als antwoord op de helemaal niet terzake doende commentaar zei hij enkel: “onnozel!”.
Gij se onnozel!
Onnozele! Ge gaat als vent toch niet een vrouwen-wc binnen omdat het bij de mannen vol is…
onnozelheid, onnozeligheid
> ook wel onnozelteit
Wa zijn dat hier nu weer voor onnozelteiten.
1) zot doen, prettig gestoord doen, ook kinderachtig doen, uit de bol gaan
2) zijn eigen bewust van den domme houden
1) Het is vandaag ladies night bij een vriendin thuis, dan kunnen we eens lekker ongestoord onnozel doen.
2) Doe niet onnozel vent, ge weet even goed als ik dat ge een boete krijgt als ge in de blauwe zone parkeert zonder uw schijf te leggen.
1) zot doen, prettig gestoord doen, ook kinderachtig doen
2) zijn eigen bewust van den domme houden
1) Het is vandaag ladies night bij een vriendin thuis, dan kunnen we eens lekker ongestoord onnozel doen.
2) Doe niet onnozel vent, ge weet even goed als ik dat ge een boete krijgt als ge in de blauwe zone parkeert zonder uw schijf te leggen.
dolgraag
zie ook doodgaarne, geern, gaarne
ook in de Kempen
Prov. Antwerpen: doodgeire
Die jonge moeder ziet haar kindje doodgeren.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.