Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Stoten.
Stuiken was een spel waarbij iemand een aantal knikkers in zijn hand en ze “stuikte” in een putje (koeleke) in de grond. Daarbij werd gewed tussen de deelnemers of het aantal knikkers in het koeleke paar of onpaar zou zijn. Heel straffe spelers wedden op een bepaald aantal. Als er veel spelers waren, werd er gestuikt met een volle klak. Dit was dus een echt kansspel, maar sommigen trachtten er een behendigheidsspel van te maken door “duimke te houden” en zo het lot letterlijk naar hun hand te zetten.
Staat in Van Dale als omschrijving nummer 8 onder “stuiken”.
Woordenboek der Nederlandsche Taal: gewestelijk
> zie andere betekenissen van stuiken
Ik heb al mijn knikkers (glazers) verloren bij het stuiken.
seksueel getint, sex hebben
> zie andere betekenissen van stuiken
Ik en mijn ventje hebben samen lekker een potje gestuikt.
Eens lekker stuiken.
afdragen, betalen, afdjokken
Woordenboek der Nederlandsche Taal: De betekenis neerwerpen ligt waarschijnlijk ten grondslag aan geld stuiken, ook alleen: stuiken, geld betalen; vaak met bijgedachte aan dwang, en dan zooveel als: afdokken. In ‘t Vlaams en Antwerpen.
“Hij is nooit de eerste om te stuiken”, De Bo (1873).
“Da’ proces héet ‘em nogal wa’ gekost, hij zal meugen geld stuiken", Cornelissen-Vervliet (1899)
> zie andere betekenissen van stuiken
Hij wou gouden kranen in zijn badkamer. Wel, al zijn ze maar verguld, hij zal mogen stuiken.
onder invloed zijn van geestverruimende middelen
> zie andere betekenissen van stuiken
“Zo stuiken dak dee vorig weekend”
(Vorig weekend was ik erg onder invloed.)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.