Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
1. klauteren, klefferen
2. hard werken, zwoegen
zie ook klauwieren
WNT: KLAWIETEREN; KLAWIJTEREN (Brab.); daarnaast KLAWIESTEREN, KLAVIJSTEREN
Alleen in Vlaamsch België. Deels gelijkbet. met KLAUTEREN, deels met KLAUWIEREN. Zie de wdbb. van DE BO (1873), JOOS (1900-1904), CORN.-VERVL. blz. 1816; Loquela (Wdb.) (1907)
1. Hij klawieterde de berg op zonder moeite.
De klimop tegen de muur is al farm hoog geklawieterd.
2. Hij heeft een hele dag in den hof geklawieterd.
golving of golven in het haar
zie ook bekhaar
Die bek in zijn haar staat hem goed, alleen mag hij die niet over zijn ogen laten vallen.
Raar hé, vrouwen met bekken in het haar willen steil haar en zij die recht haar hebben willen dan van die golvingen.
1. klauteren, klefferen
2. hard werken, zwoegen
zie ook klauwieren
WNT: KLAWIETEREN; KLAWIJTEREN (Brab.); daarnaast KLAWIESTEREN, KLAVIJSTEREN
Alleen in Vlaamsch België. Deels gelijkbet. met KLAUTEREN, deels met KLAUWIEREN. Zie de wdbb. van DE BO (1873), JOOS (1900-1904), CORN.-VERVL. blz. 1816; Loquela (Wdb.) (1907)
1. Hij klawieterde de berg op zonder moeite.
De klimop is tegen de muur al farm hoog geklawieterd.
2. Hij heeft een hele dag in den hof geklawieterd.
hevig met de klauwen werken.
zie ook klawieteren
de paarden moesten nogal klauwieren om die wagen door de modderstraat voort te trekken.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.