Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door fansy

    snot, gelijk een paling in een emmer ~
    (uitdr.)

    zie ook paling, gelijk een ~ in een emmer snot

    -

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 03 Feb 2014 01:42
    0 reactie(s)

    emmer, gelijk een paling in een ~ snot
    (uitdr.)

    zie paling, gelijk een ~ in een emmer snot

    -

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 03 Feb 2014 01:40
    0 reactie(s)

    palink

    iemand die sluw te werk gaat
    gluiperig (glibberig zoals een paling)

    VMNW: Palinc
    Oudste attestatie: Brugge, West-Vlaanderen, 1278
    De etymologie en de verhouding t.o.v. paeldinc zijn onzeker. Mog. paþaling- > paedlinc, met metathese: paeldinc, met assimilatie: paellinc > palinc.

    WNT:
    Mnl. palinc, paeldinc, paelderinc en andere vormen. De oorsprong van dit uitsluitend nederl. woord is onzeker. Voor eene gissing die het in verband brengt met een weinig bekend znw. paal, poel, zie VERDAM 6, 22.
    Iemand die glad en geslepen is, inzonderheid in de verbinding een fijne paling. In Z.-Nederl. (zie CORN.-VERVL.).
    In Vlaanderen ook in ’t algemeen als schimpnaam voor iemand die zijn werk slecht doet, die zich misdraagt enz

    Jan is er weer in geslaagd om die benoeming te krijgen, ik wist dat hij een paling was en overal tussen en onder kroop.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 03 Feb 2014 01:35
    0 reactie(s)

    raaijeren
    (ww., raaijerde, geraaijerd)

    beven, bibberen, huiveren om velerlei redenen: schrik, koude, afgrijzen, afkeer, honger, dorst …

    zie ook rijeren

    Ik raaijer van den honger, een goei talloor soep zou me goed doen.

    Regio Hageland
    Bewerking door fansy op 03 Feb 2014 01:24
    0 reactie(s)

    rijering
    (de ~(v.), ~en)

    rilling, bibbering, huivering

    zie ook rijeren

    WNT:
    Rij(d)ering, mnl. rideringhe (koorts), rilling, siddering, huivering
    - ”Rijderinghe. Tremor, horror”, KIL.
    - ”Vreese ende reyeringe is my overcomen, ende grouwel heeft my rontom bedeckt”, MARNIX, Geschr. 2, 597;
    - ”’t Gedacht alleen daer van, doet een op-mercker de hayren te bergen staen, en een rijeringh door de beenen schieten”, DE BRUNE, Bank. 2, 57 (1658).

    Bwah! Ik krijg een kouw rijering over mijne rug. Er is vries en sneeuw op komst.

    Hij was zonder frak gaan wandelen en het duurde niet lang of hij had rijeringen van de kou.

    Ze had rijeringen van de koorts.

    Het kind kreeg een rijering van de schrik voor dien hond.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 03 Feb 2014 01:24
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.