Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door fansy

    palatie
    (de ~ (v.), -s)

    1. versiersel zoals o.a. slingers, e.d., versiering, decoratie
    2. opsmuk
    3. toetakeling (gewestelijk)

    uitspraak: /pa ’loa s.e/

    ook paleering

    zie ook paleren

    WNT:
    Palatie, wat dient om te paleeren (”Met den règen is de palatie nat gewörren en bedörven”, CORN.-VERVL.)

    1. Een week na datum blijft die palatie nog hangen. ’t Wordt tijd dat we ze wegdoen (= verwijderen, weghalen).

    In december ziet ge heel veel kerstpalatie in de straten en in de winkels.

    2. In de jaren 80, als we uitgingen, was het mode om veel palatie van juwelen rond uwe nek in uw oren te hangen.

    3. Amai, een schoon palatie dat ge gekregen hebt op uw gezicht: een blauw sjiek en een farm schavak op uw kaak.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 28 Dec 2013 12:14
    1 reactie(s)

    palatie
    (de ~ (v.), -s)

    1. versiersel zoals o.a. slingers, e.d., versiering, decoratie
    2. opsmuk
    3. toetakeling (gewestelijt)

    uitspraak: /pa ’loa s.e/

    ook paleering

    zie ook paleren

    WNT:
    Palatie, wat dient om te paleeren (”Met den règen is de palatie nat gewörren en bedörven”, CORN.-VERVL.)

    1. Een week na datum blijft die palatie nog hangen. ’t Wordt tijd dat we ze wegdoen (= verwijderen, weghalen).

    In december ziet ge heel veel kerstpalatie in de straten en in de winkels.

    2. In de jaren 80, als we uitgingen, was het mode om veel palatie van juwelen rond uwe nek in uw oren te hangen.

    3. Amai, een schoon palatie dat ge gekregen hebt op uw gezicht: een blauw sjiek en een farm schavak op uw kaak.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 28 Dec 2013 12:13
    1 reactie(s)

    blauw sjiek
    (uitdr.)

    een blauw oog

    zie ook ket

    De Leo is tenacht met zijn zatte botten (botten, met zijn zatte ~ ), boenk op den borduur gevallen met zijn bakkes en is met een farm blauw sjiek thuis gekomen.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 28 Dec 2013 12:12
    0 reactie(s)

    paleren
    (ww. paleerde, gepaleerd)

    1. versieren met papieren slingers (verjaardag, feest, jubilee)
    2. zich tooien, zich sieren, zich mooi maken. Vooral van het lichaam gezegd. Dikwijls wederkerig gebruikt.
    3. iemand paleren: iemand toetakelen (WNY: gewestelijk in Z-Ndl.)

    zie ook palatie

    MNW:
    Nog heden is paleeren in W.-Vlaanderen gewoon.
    Zie b. v. De Bo 820: “de straten paleeren voor de komst van den koning”.

    WNT:
    < Mnl.: pa(l)leren, naast poleren.
    < fr.: polir, ‘polijsten’, doch onder invloed van fr. parer, waaruit pareeren, veranderd van vorm en verruimd van beteekenis. Thans alleen in Z.-Nederl. nog in algemeen gebruik.

    1. Als Pietertje zijn verjaardag viert, moet de kamer gepaleerd zijn.

    Paleert de kerstboom maar en vergeet de lichtjes niet.

    2. Ge hebt uw eigen schoon gepaleerd met die kettingen en die oorbellen.

    Met oudjaar paleren de kapsters menig vrouwenhaar met speldjes en valse haarlokjes.

    3. Nen agressieve chauffeur had mijn kozijn nogal gepaleerd met een blauw oog en een bloedneus.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 28 Dec 2013 11:52
    0 reactie(s)

    paleren
    (ww. paleerde, gepaleerd)

    1. versieren met papieren slingers (verjaardag, feest, jubilee)
    2. zich tooien, zich sieren, zich mooi maken. Vooral van het lichaam gezegd. Dikwijls wederkerig gebruikt.
    3. iemand paleren: iemand toetakelen (WNY: gewestelijk in Z-Ndl.)

    zie ook palatie

    MNW:
    Nog heden is paleeren in W.-Vlaanderen gewoon.
    Zie b. v. De Bo 820: “de straten paleeren voor de komst van den koning”.

    WNT:
    < Mnl.: pa(l)leren, naast poleren.
    < fr.: polir, ‘polijsten’, doch onder invloed van fr. parer, waaruit pareeren, veranderd van vorm en verruimd van beteekenis. Thans alleen in Z.-Nederl. nog in algemeen gebruik.

    1. Als Pietertje zijn verjaardag viert, moet de kamer gepaleerd zijn.

    Paleert de kerstboom maar en vergeet de lichtjes niet.

    2. Ge hed uw eigen schoon gepaleerd met die kettingen en die oorbellen.

    Met oudjaar paleren de kapsters menig vrouwenhaar met speldjes en valse haarlokjes.

    3. Nen agressieve chauffeur had mijn kozijn nogal gepaleerd met een blauw oog en een bloedneus.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 28 Dec 2013 11:51
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.