Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
1. omhelzen, omarmen, knuffelen, aanhalen, vleien
2. verfrommelen,
3. slecht gezind zijn, met een lange lip rondlopen, pruilen,
Alleen in Herentals
1. Kleine broer en kleine zus; ze frokkelen mekaar zo lief…
2. Doet dat papier maar weg, het is toch al gefrokkelt.
Een linnen kleed frokkelt rap.
Frokkelt dat niet bijeen, ik heb dat foldertje nog nodig.
3. Seg, frokkelt zo es niet! Dat is al 3 dagen beeld zonder klank. Is dat frokkelen nu bijna gedaan?
1. Meisje, liefje
2. knuffel
3. verfrommelt stuk papier
regio: alleen in Herentals
1. Hebt ge Jan zijn frokkel al gezien? Een net meiske.
2. “Kom, geeft mij ne goeie frokkel” zei moeder tegen haar zoontje.
3. Dat frokkeltje mag in de papierbak.
1. omhelzen, omarmen, knuffelen, aanhalen, vleien
2. verfrommelen,
Alleen in Herentals
1. Kleine broer en kleine zus; ze frokkelen mekaar zo lief…
2. Doet dat papier maar weg, het is toch al gefrokkelt.
Een linnen kleed frokkelt rap.
Frokkelt dat niet bijeen, ik heb dat foldertje nog nodig.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.