Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
De betekenis is vrij onduidelijk.Het woord betekent:
1. ding, object, persoon
2. materiaal, stof
Djuire is een soort passepartout – woord. Het heeft altijd een negatieve betekenis.
Uitspraak: korte ui, zoals de e in “de” of het"
Hebt ge dat paard gezien? Ja, dat is al een oud beest.
(Hedde da pjeid gezien? Jao, da’s al nen ouwen djuire.)
Ik moet dat beton kapotslaan en dat is verdorie hard spul.
(‘k mut diejen beton kapot slaogen en da’s begot (het)ten djuire.)
hard
hette(n) = harde
hetter = harder
Ge red zo het, bedieme kregd een boet.
Ge rijdt zo hard, straks krijgt ge een boete.
Hij hed nen hetten kop.
Hij heeft een harde kop.
Das een hette tante en de die is een het wijf.
Dat is een harde tante en zij is een harde (zaken)vrouw.
Een klein stukje van iets, een restje waar men niets meer mee kan aanvangen.
Altijd diminutief gebruikt.
Krelleke is waarschijnlijk verwant met “kriel” zoals in “krielkip” en “krielaardappel”; “kril” is de benaming voor heel kleine planktonkreeftjes.
Doe die krellekes maar bijeen en smijt ze in de vuilbak.
1. omhelzen, omarmen, knuffelen, aanhalen, vleien, mokkelen,
aanhankelijk zijn (vb. van kindjes bij de moeder)
2. verfrommelen,
3. slecht gezind zijn, met een lange lip rondlopen, pruilen,
vgl frokkel
regio: alleen in Herentals
1. Kleine broer en kleine zus; ze frokkelen mekaar zo lief…
2. Doet dat papier maar weg, het is toch al gefrokkelt.
Een linnen kleed frokkelt rap.
Frokkelt dat niet bijeen, ik heb dat foldertje nog nodig.
3. Seg, frokkelt zo es niet! Dat is al 3 dagen beeld zonder klank. Is dat frokkelen nu bijna gedaan?
Niet frokkelen hè, ik kan daar niet tegen.
1. omhelzen, omarmen, knuffelen, aanhalen, vleien, mokkelen, aanhankelijk zijn (vb. van kindjes bij de moeder)
2. verfrommelen,
3. slecht gezind zijn, met een lange lip rondlopen, pruilen,
vgl frokkel
regio: alleen in Herentals
1. Kleine broer en kleine zus; ze frokkelen mekaar zo lief…
2. Doet dat papier maar weg, het is toch al gefrokkelt.
Een linnen kleed frokkelt rap.
Frokkelt dat niet bijeen, ik heb dat foldertje nog nodig.
3. Seg, frokkelt zo es niet! Dat is al 3 dagen beeld zonder klank. Is dat frokkelen nu bijna gedaan?
Niet frokkelen hè, ik kan daar niet tegen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.