Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
- aars
- koosnaam voor een kind
Blacky had een dikte boven zijn poepenholleke, ze zijn ermee naar de dierenarts.
Poepenholleke, krijgt den bompa nog nen dikke kus?
speken, spuwen
tuffer, tufster, vr. die tuft
znw: het getuf
Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Tuffen
V.D. 2005: 3.(gewestelijk) spuwen
ook in de Zuiderkempen, regio Mechelen, Noorderkempen, Limburgse Kempen,…
WNT:
onz. zw. ww. Van tuf als klanknabootsend woord.
Spuwen. Gebezigd in Antw., belg. en nederl. Brab., Limb., Geld., Utr. en Ov.
- Hij zal u in ’t aangezicht tuffen, Schuermans (Antw., Kemp., N.-Brab., (1865-1870).
- Men ”tufte” eens op het hout (van de strekellat) en haalde het vervolgens door het zand van een molshoop, V. Vessem (Kalmthout, 1956).
Vroeger stonden in de kerk tufpotten of speekbakken zodat de mannen hun sjiek erin konden tuffen.
Wie doet er mee met een wedstrijdje kersepitten tuffen?
Probeer zo ver mogelijk te tuffen (met water). (Chirojeugd Vlaanderen: http://www.spelensite.be/spel/punkspel)
speken, spuwen
tuffer, tufster, vr. die tuft
znw: het getuf
Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Tuffen
V.D. 2005: 3.(gewestelijk) spuwen
ook in de Zuiderkempen, regio Mechelen, …
WNT:
onz. zw. ww. Van tuf als klanknabootsend woord.
Spuwen. Gebezigd in Antw., belg. en nederl. Brab., Limb., Geld., Utr. en Ov.
- Hij zal u in ’t aangezicht tuffen, Schuermans (Antw., Kemp., N.-Brab., (1865-1870).
- Men ”tufte” eens op het hout (van de strekellat) en haalde het vervolgens door het zand van een molshoop, V. Vessem (Kalmthout, 1956).
Vroeger stonden in de kerk tufpotten of speekbakken zodat de mannen hun sjiek erin konden tuffen.
Wie doet er mee met een wedstrijdje kersepitten tuffen?
Probeer zo ver mogelijk te tuffen (met water). (Chirojeugd Vlaanderen: http://www.spelensite.be/spel/punkspel)
prima; heel goed
‘t Is oarig da ’k me nâ zo slecht viel, ’k ston temergend oep en ’k vilde me nog iëste klas.
(’t Is raar dat ik me nu zo slecht voel, ik stond vanmorgen op en ik voelde me nog eerste klas.)
Mercikes vee da mee te pakke joeng, da’s allemo iëste klas.
(Bedankt voor het mee te nemen, da’s allemaal eerste klas.)
Die broek past mâ iëste klas.
(Die broek past me eerste klas.)
Haren ex was ne loezer eerste klas!
sukkel, zeiker, lul
< (1562) misschien van pan en lul, die allebei ‘lap’ betekenen
(gewestelijk) (Van Dale)
Seg, die “pallul” go’de toch niet uitnodigen zeker!
Haren ex was ne palul eerste klas!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.