Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
ook ‘op haar laatste zijn’
hoogzwanger zijn
Toen ze op haar laatste liep mocht ze van de dokteres niets meer opheffen.
het geleiachtig vast bestanddeel (aspic) dat tussen de stukken vlees zit van bijvoorbeeld: hennepot, hoofdvlees.
zie ook klidder
De bever van zelfgemaakt hoofdvlees vind ik lekker en veel beter van smaak, dan deze van bij de beenhouwer.
aspic, gelatinesubstantie
zie ook bever
De klidder op de kop, eet ik altijd als eerste op.
kikkerdril
< vors (kikvors) + klieder
In de lente ligt mijnen vijver vol veusseklidder.
(pej.; met de gepaste intonatie) drukt verontwaardiging uit jegens ondankbaarheid of een ondankbare situatie.
Awel merci! Na alles wat ik voor u gedaan heb? Stank voor dank noemen ze dat.
Awel merci. Wij onze nikkel afdraaien (nikkel, zijne ~ afdraaien) terwijl zij op café zitten. (café, op ~)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.