Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
een vest, een frak
zip, pots, perraplu, oep te nift
-‘Het is weer veu een zip, een pots en ne perraplu, elleken dag oep te nift reigent da!’
Het weer genoodzaakt ons om een vest, een muts aan te trekken, en een regenscherm mee te nemen, elke dag opnieuw valt er regen uit de lucht!
1) mondplager, te weinig of een klein stuk eten
2) een amuse-geule, een hapje
1) ‘Is da al vlowa da kik kraag? Das echt bakkesgekrèt!’
Kan ik misschien wat meer vlaai krijgen? Dit is toch echt wel weinig, dit plaagt mijn mond…
2) Dat bakkesgekret waar ze mee rond komen op de receptie, dat is begot lekker.
jennen, treiteren, plagen
‘Wa zitte gelle nei te jaanessen?’
Waarom zitten jullie mekaar nu zo te jennen?
aanhang, een groep, het gevolg vb in een stoet
Prins Filip en Prinses Mathilde met hun faboert, bezochtten overlest de herdenkingsplechtigheid voor de slachtoffers van wilde schietpartij in Luik.
‘Wellen goan alle muine iet ete me hiel ons faboert’.
Wij gaan elke maand iets eten met heel onze vriendengroep.
‘t kantje is (was?) een Antwerps volkskwartier waar het er grof aan toe ging, waar verfijnde manieren zelden te vinden waren en waar men Antwerps op de platst mogelijke manier sprak.
Van iemand met soortgelijke persoonlijkheid werd gezegd:
’die is van ’t kantje’
Het populaire “plat” Antwerps is een spraak die ontbloeide in de arme volksbuurten van de stad eind 19de tot eind 20ste eeuw voordat het gekuist Vlaams er wortel schoot.
‘t kantje is eigenlijk een generische naam voor verschillende kwartieren zowat als volgt verspreid:
- St Andrieskwartier: ’de parochie van miserie’, Kloosterstraat, Nationalestraat, Sint-Michielskaai
- Zakstraat-Zirkstraat-Veemart (denk aan Zaziko Basketbal ploeg die daar ontstond)
- het faboert < Frans: faubourg = voorstad; ongeveer tussen de Lange Stuivenbergstraat en de Halenstraat
- de Burggracht & Schipperskwartier (het vroegere red-light district)
- de Seefhoek
Bij mijn weten maakte ‘t Eilandje er niet deel van uit.
Wat zij gemeen hadden was het sappige maar ook ruwe ’plat’ Antwerps dat, wanneer ongetemperd gesproken men verdacht dat ge van ’t kantje waart.
Er zijn zeker boeken geschreven over deze periode. Mijn uitleg is gebaseerd op wat hier en daar mijn ouders en grootouders vertelden.
Seg, kun de ni wa beleefder zijn, gij ze toch ni van ’t kantsje zeker?
“Ik zen maar ne joenge van ’t kantje
het schoolplak da was mijn Keyserlei
Ik zen maar ne joenge van ’t kantje
’t Stuivenberplein da was van mij.
Ik zen verhuisd, maar één dink meude weten
het Faboert da kan ik ni vergeten.
Ik zen ni rijk en chichi laat mij koud
maar voor mij was de Seefhoek ne kloemp goud.” Stafke Fabri
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.