Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Van Dale
1 in Belgiƫ; spreektaal) iem. die zich door een uitvlucht aan een onaangename verplichting onttrekt
zie ook: karotentrekker
Hij moest het gras afdoen maar had opeens pijn in zijn rug.
’t Is nen echte carottentrekker.
afbrokkelen, in splinsters uiteenvallen
SN: versplinteren
zie ook splinsteren
Die planken, dat is hout van 80 jaar, die zijn rijp voor het containerpark. Die versplinsteren helemaal als ge die oppakt.
De bliksem die in de boom was ingeslagen heeft de boom doen versplinsteren.
splinter
zie ook splinsteren, versplinsteren
Zie da’ ge werkhandschoenen aantrekt, anders krijgde nog splinsters in uw pollen!
Ge hebt chance dat ik een splinster in mijn oog heb, anders zou ik den balk in uw oog wel zien. (Variant op een bekend spreekwoord)
maat van een pak frieten dat nog kleiner is dan een mini.
zie ook kleine, grote of medium, kleintje, familiepak
Voor de kinderen hebben ze een box waarin een kinderfriet zit, een klein vleesje, een drankje en een speeltje.
Ik vraag altijd een kinderfriet want ne mini krijg ik nooit niet op.
met een keerborstel het vuil, zand, bladeren enz. uit een plaats verwijderen
De garage uitkeren.
Amai die kast ziet vuil. Keert ze eerst maar uit met dat handvleugeltje dan zal ik er daarna eens met de zemenvel doorgaan.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.