Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door fansy

    pietdood

    morsdood, zo dood als ne piet

    WNT: Pietdood, zoo dood als een pier, morsdood (”Hij viel uit den boom en hij was pietdood”, CORN.-VERVL. 1967; zie ook SCHUERM. 1865-1870 en TUERL.)

    Een bende jongens hadden een vreemde helemaal ineengepeerd (ineenperen) en voor pietdood achtergelaten.

    Den Danny had teveel gedronken en hij was achter het stuur in ’t slaap gevallen. Hij knalde tegen een boom en hij was opslag pietdood.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 19 Jul 2013 05:56
    0 reactie(s)

    ineenperen
    (ww. peerde ineen, ineengepeerd)

    ineenslaan, in mekaar kloppen

    3 gasten hebben een andere gast zonder aanleiding ineengepeerd.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 19 Jul 2013 05:52
    0 reactie(s)

    piet
    (de ~ (m.), ~en)

    mannelijk geslachtsdeel, piemel, penis

    WNT:
    Het mannelijk lid, roede. In verschillende streken bekend, b.v. in Antwerpen (CORN.-VERVL.: piet), Vlaand. (DE BO 1873: pijt; TEIRL.: pietje)

    Mijn piet krimpt helemaal van het koude zwembadwater.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 19 Jul 2013 05:42
    5 reactie(s)

    pietenland
    (het ~, ~en)

    kerkhof, pierenland
    uitdr. naar pietenland zijn = gestorven zijn

    WNT:
    pietenland, pierenland, het kerkhof (CORN.-VERVL.)

    In Herenthout zijn ze het pietenland aan ’t opkuisen; al die ouw graven gaan weg.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 19 Jul 2013 05:41
    0 reactie(s)

    piet
    (ne ~ (m.) , -en)

    regenworm, pier

    Hageland: piët
    zie ook: piering, pirling, pielewuiter
    terik, tetting, tettienk

    WNT: Pier, aardworm.
    Gewestelijk, b.v. in de Antwerpsche Kempen en een deel van Brabant.
    De hinnen vangen pieten, CORN.-VERVL.
    De grond zit hier vol pieten, Ald.
    — Te Magerhal had men nog nooit een piet gezien. Zekeren dag kwam er een uit den grond gekropen, Volkskunde 24, 121.

    Als ’t regent, komen er veel pieten uit de grond.

    Als kiekens op de grond stampen dan komen de pieten naar boven.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 19 Jul 2013 05:36
    3 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.