Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
lieverd, schat
Wilt ge nog e chocolatsje, mijn lief sissepieke?
1. een klein weinig waardevol ding
2. een stuk rommel
VD95: (gew.) 1. ineengewarde bol 2. vod, lor, prul, rommel 3. leugen verzinsel
kloddeman (gew.) voddenverkoper
Als ge er drie van dees koopt, krijgt ge der nog een gratis klodde bij.
die (mannelijk)
< “die” met analogische -en-uitgang
alternatieve spellingen: dieje, diejen, dië, diën, diene, dienen
Dieë vent
nergens
ook: nieverans, nieveranst, nieverst
Het woord werd reeds gebruikt in de dertiende eeuw (en wellicht nog eerder): “Mijn lant is so groot. Men vint nyewers sijn ghenoot.” (Karel ende Elegast)
< nieuwers < Mnl. nieuwer (cognaat met het Engelse “nowhere”)
Ik kan mijn sleutels nievers vinden.
“Waar hedde heel de namiddag gezeten?” “Nievers ni.”
dom, onhandig iemand
zie ook: meutte
ook in Hageland, Vlaams Brabant
in Antwerpen: scheldwoord voor onnozelaar, scharminkel
Leuven: matteko
Halle: mettekou
Vlaamse Ardennen: martiko
Mechelen: onnozele, onnozelaar, onhandig iemand
WNT:
“Modern lemma: marteko
ook wel martiko, znw. m.
In Z.-N. een naam voor den aap, en zooals De Bo (1873) opmerkt, bepaaldelijk voor het jong van den aap. Mocht men dus denken aan een diminutief, dan moet men wel vragen of Marteko een verkl. zou kunnen zijn van Martijn (bij Kiliaan (1588) ook Marte), vanouds een naam van den aap (…) maar een vorm martico is in het Fransch niet aangewezen.”
Marticot bestaat niet in het Frans, maar wel in het Waals waar het makaak (Macaca) betekent (Waalse wikipedia).
Als ge drie keer zout op de patatten doet, zijt ge toch wel nen echten metteko!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.