Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
ambeteren, plagen, treiteren
zie ook: kreitelijk, koejonneren, koejon, koejoneur
Onze jongste heeft nu echt de ganse avond den oudste zitten kreiten (kremeren).
pester, treiteraar, koejon
zie ook: koejonneren, kreiten
> Fr. couillon = dommerik
Die 2 pubers zijn weer bezig. De grootste koejoneur is de jongste. Het wordt tijd dat het terug school is.
pester, treiteraar, koejon
zie ook: koejonneren
> Fr. couillon = dommerik
Die 2 pubers zijn weer bezig. De grootste koejoneur is de jongste. Het wordt tijd dat het terug school is.
treiteren, den duvel aandoen. Zie ook koejon, koejoneur
→ Fr. couillonner (argot= bedriegen, rollen)
> couillon (= onnozelaar, imbeciel)
Waarom koejonneert ge toch altijd die jongen?
treiteren, den duvel aandoen. Zie ook koejon, koejoneur
→ Fr. couillonner (argot= bedriegen, rollen)
> couillon (= onnozelaar, imbeciel)
Waarom koejonneert ge toch altijd die jongen?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.