Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
witte duif
ook: iemand met wit haar
< smirrel
Zijn duivenkot zit vol smieren.
Zeg witte smier, ga eens uit mijne weg.
duif met witte hals en kraag
< (1843) vgl. Mnl. sme(e)rle, smerel, smarel (dwergvalk) Van Dale
Ik heb pinnen op mijn dak gezet om de smirrels van mijn dak te houden.
Toen onze Lo klein was, was zijn haar zo wit dat hij de bijnaam “de witte smirrel” kreeg.
kustrijwieltuig (go-cart), billenkar, kwistax
in Oostende: billekarre
Een dagje aan zee, zonder met een biltaks te hebben gereden, is toch ook maar niks.
dop, stop, afsluiting => toep, tsjoepke
De cola wordt plat als we den tsjoep van de fles niet vinden.
Trekt den tsjoep uit bad als ge deruit zijt.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.