Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
loskade, kaai waar gelost wordt
algemeen: een plaats waar goederen gelost kunnen worden
Woordenboek der Nederlandsche Taal: kade: kaai
znw. vr.: mnl. cade, naast KA, KAAI: mnl. caa, cae, caie, key, dat ontleend is aan fra. quai (waarvan ook eng. quay, hd. kai, enz.), en dit is van Keltischen oorsprong (skeat; franck-v. wijk enz.). Het ontstaan van den Nederlandschen (reeds Mnl.) bijvorm kade is nog niet op bevredigende wijze verklaard.
In enkele meer gewestelijke of plaatselijke opvattingen of als vakterm enz., ontleend. In West-Vlaanderen: kaaimuur. Bij sommige bedrijven: werf.
Op dit terrein langs de Vaart in Tildonk wil de firma André Celis een loskaai en op- en overslagplaats voor bouwmaterialen installeren. (hln.be)
Het pand had 3 ondergrondse stapelplaatsen en een loskaai tot in het kelderverdiep waar de goederen werden gelost en geladen. (t-dorp.be)
het bouwen van een loskaai voor citernewagen bestaande uit een betonnen opvangbak onder het spoor en een aansluitend perron (ebp.be)
Deze ruime woning was voor zijn handel bijzonder geschikt en bovendien was de ligging in de nabijheid van de loskaaien van de Korenlei en de toenmalige … (users.telenet.be)
veel op zijn kerfstok hebben
we spreken het uit als zwaor man
Amai, da ès percies ok e zwaor man gewest!
Mijn man en ik waren gisteren naar een documentaire aan het kijken over de acteur Danny Trejo, die inderdaad geen onbeschreven blad is en mijn man maakte de opmerking: “Amai, dat is precies ook een zwaar man geweest!”
ruilen, omruilen, verwisselen
Middelnederlandsch Woordenboek:
oorsprong: oud Germaans dialect: mang: vermengd
Handel drijven, ook ruilhandel drijven: Coopen, vercoopen ende mangelen met ons ondersaten alrehande goeden, (a. 1507).
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Kil. (1588): mangheren naast manghelen in den zin van ruilen.
1. Gewoon is in de latere taal de betekenis ruilen.
‘(Hij) heeft haestelijck met hem ghemangelt van kleederen, ende … hem laeten ontsnappen’ À Castro (1686)
> Thans nog gewestelijk, b.v. in Brabant, in Zeeland, in Vlaanderen.
‘Gij hèt e schoon mes: wilde mangelen tegen ’t mijn?’ (Cornelissen-Vervliet)
2. Bepaaldelijk: ruilen in den handel; het voorwerp is wat men in ruil geeft of krijgt (niet altijd scherp te onderscheiden van de bet. 1), ruilhandel drijven
Van Dale 1995: gewestelijk
zie ook.: vermangelen, mangelen, hem ~
Ook in het Hageland
< zie andere definitie van mangelen
Wilt ge niet mangelen?
Dubbele stickers kunt ge mangelen tegen stickers die ge nog tekort komt.
ruilen, omruilen, verwisselen
Middelnederlandsch Woordenboek:
oorsprong: oud Germaans dialect: mang: vermengd
Handel drijven, ook ruilhandel drijven: Coopen, vercoopen ende mangelen met ons ondersaten alrehande goeden, (a. 1507).
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Kil. (1588): mangheren naast manghelen in den zin van ruilen.
1. Gewoon is in de latere taal de betekenis ruilen.
‘(Hij) heeft haestelijck met hem ghemangelt van kleederen, ende … hem laeten ontsnappen’ À Castro (1686)
> Thans nog gewestelijk, b.v. in Brabant, in Zeeland, in Vlaanderen.
‘Gij hèt e schoon mes: wilde mangelen tegen ’t mijn?’ (Cornelissen-Vervliet)
2. Bepaaldelijk: ruilen in den handel; het voorwerp is wat men in ruil geeft of krijgt (niet altijd scherp te onderscheiden van de bet. 1), ruilhandel drijven
Van Dale 1995: gewestelijk
zie ook.: vermangelen, mangelen, hem ~
Ook in het Hageland
< zie andere definitie van mangelen
Wilt ge niet mangelen?
Dubbele stickers kunt ge mangelen tegen stickers die ge nog tekort komt.
ruilen, omruilen, verwisselen
Middelnederlandsch Woordenboek:
oorsprong: oud Germaans dialect: mang: vermengd
Handel drijven, ook ruilhandel drijven: Coopen, vercoopen ende mangelen met ons ondersaten alrehande goeden, (a. 1507).
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Gewoon is in de latere taal de betekenis ruilen.
Kil. (1588): mangheren naast manghelen in den zin van ruilen.
‘(Hij) heeft haestelijck met hem ghemangelt van kleederen, ende … hem laeten ontsnappen’ À Castro (1686)
Thans nog gewestelijk, b.v. in Brabant, in Zeeland, in Vlaanderen.
‘Gij hèt e schoon mes: wilde mangelen tegen ’t mijn?’ Cornelissen-Vervliet
Van Dale 1995: gewestelijk
zie ook.: vermangelen, mangelen, hem ~
Ook in het Hageland
< zie andere definitie van mangelen
Wilt ge niet mangelen?
Dubbele stickers kunt ge mangelen tegen stickers die ge nog tekort komt.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.