Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door fansy

    loskaai
    (zn. v.; ~en)

    loskade, kaai waar gelost wordt
    algemeen: een plaats waar goederen gelost kunnen worden

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: kade: kaai
    znw. vr.: mnl. cade, naast KA, KAAI: mnl. caa, cae, caie, key, dat ontleend is aan fra. quai (waarvan ook eng. quay, hd. kai, enz.), en dit is van Keltischen oorsprong (skeat; franck-v. wijk enz.). Het ontstaan van den Nederlandschen (reeds Mnl.) bijvorm kade is nog niet op bevredigende wijze verklaard.
    In enkele meer gewestelijke of plaatselijke opvattingen of als vakterm enz., ontleend. In West-Vlaanderen: kaaimuur. Bij sommige bedrijven: werf.

    Op dit terrein langs de Vaart in Tildonk wil de firma André Celis een loskaai en op- en overslagplaats voor bouwmaterialen installeren. (hln.be)

    Het pand had 3 ondergrondse stapelplaatsen en een loskaai tot in het kelderverdiep waar de goederen werden gelost en geladen. (t-dorp.be)

    het bouwen van een loskaai voor citernewagen bestaande uit een betonnen opvangbak onder het spoor en een aansluitend perron (ebp.be)

    Deze ruime woning was voor zijn handel bijzonder geschikt en bovendien was de ligging in de nabijheid van de loskaaien van de Korenlei en de toenmalige … (users.telenet.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 26 Jan 2021 01:58
    0 reactie(s)

    zwaar man, een ~ zijn
    (uitdr.)

    veel op zijn kerfstok hebben
    we spreken het uit als zwaor man

    Amai, da ès percies ok e zwaor man gewest!

    Mijn man en ik waren gisteren naar een documentaire aan het kijken over de acteur Danny Trejo, die inderdaad geen onbeschreven blad is en mijn man maakte de opmerking: “Amai, dat is precies ook een zwaar man geweest!”

    Regio Hageland
    Bewerking door fansy op 26 Jan 2021 01:35
    1 reactie(s)

    mangelen
    (ww. mangelde, gemangeld)

    ruilen, omruilen, verwisselen

    Middelnederlandsch Woordenboek:
    oorsprong: oud Germaans dialect: mang: vermengd
    Handel drijven, ook ruilhandel drijven: Coopen, vercoopen ende mangelen met ons ondersaten alrehande goeden, (a. 1507).

    Woordenboek der Nederlandsche Taal:
    Kil. (1588): mangheren naast manghelen in den zin van ruilen.
    1. Gewoon is in de latere taal de betekenis ruilen.
    ‘(Hij) heeft haestelijck met hem ghemangelt van kleederen, ende … hem laeten ontsnappen’ À Castro (1686)
    > Thans nog gewestelijk, b.v. in Brabant, in Zeeland, in Vlaanderen.
    ‘Gij hèt e schoon mes: wilde mangelen tegen ’t mijn?’ (Cornelissen-Vervliet)
    2. Bepaaldelijk: ruilen in den handel; het voorwerp is wat men in ruil geeft of krijgt (niet altijd scherp te onderscheiden van de bet. 1), ruilhandel drijven

    Van Dale 1995: gewestelijk

    zie ook.: vermangelen, mangelen, hem ~

    Ook in het Hageland

    < zie andere definitie van mangelen

    Wilt ge niet mangelen?

    Dubbele stickers kunt ge mangelen tegen stickers die ge nog tekort komt.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 25 Jan 2021 22:40
    4 reactie(s)

    mangelen
    (ww. mangelde, gemangeld)

    ruilen, omruilen, verwisselen

    Middelnederlandsch Woordenboek:
    oorsprong: oud Germaans dialect: mang: vermengd
    Handel drijven, ook ruilhandel drijven: Coopen, vercoopen ende mangelen met ons ondersaten alrehande goeden, (a. 1507).

    Woordenboek der Nederlandsche Taal:
    Kil. (1588): mangheren naast manghelen in den zin van ruilen.
    1. Gewoon is in de latere taal de betekenis ruilen.
    ‘(Hij) heeft haestelijck met hem ghemangelt van kleederen, ende … hem laeten ontsnappen’ À Castro (1686)
    > Thans nog gewestelijk, b.v. in Brabant, in Zeeland, in Vlaanderen.
    ‘Gij hèt e schoon mes: wilde mangelen tegen ’t mijn?’ (Cornelissen-Vervliet)
    2. Bepaaldelijk: ruilen in den handel; het voorwerp is wat men in ruil geeft of krijgt (niet altijd scherp te onderscheiden van de bet. 1), ruilhandel drijven

    Van Dale 1995: gewestelijk

    zie ook.: vermangelen, mangelen, hem ~

    Ook in het Hageland

    < zie andere definitie van mangelen

    Wilt ge niet mangelen?

    Dubbele stickers kunt ge mangelen tegen stickers die ge nog tekort komt.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 25 Jan 2021 22:39
    4 reactie(s)

    mangelen
    (ww. mangelde, gemangeld)

    ruilen, omruilen, verwisselen

    Middelnederlandsch Woordenboek:
    oorsprong: oud Germaans dialect: mang: vermengd
    Handel drijven, ook ruilhandel drijven: Coopen, vercoopen ende mangelen met ons ondersaten alrehande goeden, (a. 1507).

    Woordenboek der Nederlandsche Taal:
    Gewoon is in de latere taal de betekenis ruilen.
    Kil. (1588): mangheren naast manghelen in den zin van ruilen.
    ‘(Hij) heeft haestelijck met hem ghemangelt van kleederen, ende … hem laeten ontsnappen’ À Castro (1686)
    Thans nog gewestelijk, b.v. in Brabant, in Zeeland, in Vlaanderen.
    ‘Gij hèt e schoon mes: wilde mangelen tegen ’t mijn?’ Cornelissen-Vervliet

    Van Dale 1995: gewestelijk

    zie ook.: vermangelen, mangelen, hem ~

    Ook in het Hageland

    < zie andere definitie van mangelen

    Wilt ge niet mangelen?

    Dubbele stickers kunt ge mangelen tegen stickers die ge nog tekort komt.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 25 Jan 2021 22:34
    4 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.