Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
wind in de rug
zie ook windachter
in Antw.: wind mee
Kempen: windaf
De renners in de Ronde van Vlaanderen hadden dit jaar veel windaf.
iets vertellen of iets uitleggen van het begin tot het einde, in detail
VD2013 online: Belgisch-Nederlands, algemeen
ook: van naald tot draad
Nu ken ik heel het verhaal. Ze heeft alles uitgelegd van naaldeke tot draaike.
In 2012 lag voor de eerste keer de finish van de Ronde van Vlaanderen in Oudenaarde. De organisatie had het lef om de traditie naast zich neer te leggen en de Muur van Geraardsbergen af te schaffen. De nieuwe ronde werd van naaldje tot draadje ontleed.
Van naaldje tot draadje. Over prutserijen met naald en draad. Veel recyclage-naaien, omdat er al zoveel weggegooid wordt. (vannaaldjetotdraadje.wordpress.com)
wielrenner, coureur
Orginele FONDRIEST van Franse koerser geweest. De fiets is in uitstekende staat… (2dehands.be)
Een Vlaming is een harde koerser, een Nederlander minder. (tijd.be)
Zowel koerser als niet-koerser zijn welkom! (leierenners.be)
…ik snap het nog steeds niet goed ze hoe ze da doen.. kheb nog bijna geen enkele koerser me drinkbusse achter z’n zadel zien … (mountainbike.be)
Ik hing boven mijn toetsenbord als een koerser boven zijn fiets. (skynetblogs.be)
wielrenner, koerser
dim.: coureurke < wordt ook gebruikt om het miniatuur speelgoed te benoemen
Thans SN, maar via Fr. van VL oorsprong:
etymologiebank.nl: coureur (wiel-, motor-, autorenner): C.H. Peeters (1934) Nederlandsche Taalgids. Woordenboek van Belgicismen, Antwerpen
zie ook gazettencoureur, koersman
“Gust zaagt moeders ooren af tot hij een koersvelo krijgt; dan zit hij den heelen dag op dat wiel, begint in den zomer mee te doen aan wat kermiskoersen, is vooraan in de prijzen en wil koereur van beroep worden” – WALSCHAP, Volk 127 (1941).
Coureur, wiel- of autorenner, V. DALE (1950)
Hoeveel klein mannen zijn er niet die in de zomer met hun coureurkes in het zand heel de Ronde van Frankrijk naspelen.
wielrenner
dim.: coureurke < wordt ook gebruikt om het miniatuur speelgoed te benoemen
Thans SN, maar via Fr. van VL oorsprong:
etymologiebank.nl: coureur (wiel-, motor-, autorenner): C.H. Peeters (1934) Nederlandsche Taalgids. Woordenboek van Belgicismen, Antwerpen
zie ook gazettencoureur, koersman
“Gust zaagt moeders ooren af tot hij een koersvelo krijgt; dan zit hij den heelen dag op dat wiel, begint in den zomer mee te doen aan wat kermiskoersen, is vooraan in de prijzen en wil koereur van beroep worden” – WALSCHAP, Volk 127 (1941).
Coureur, wiel- of autorenner, V. DALE (1950)
Hoeveel klein mannen zijn er niet die in de zomer met hun coureurkes in het zand heel de Ronde van Frankrijk naspelen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.