Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door fansy

    hoogdag
    (de ~ (m.), ~en)

    figuurlijke betekenis

    < oorspronkelijk: kerkelijke feestdag zoals Kerstmis of Pasen, maar nu alg. voor feestdag. Zie andere versie van hoogdag

    VRT taalnet: standaardtaal in België
    Van Dale 2015 online: Belgisch-Nederlands

    NL: hoogtijdag

    De Ronde van Vlaanderen is de grote hoogdag van het wielerseizoen.

    Het wereldkampioenschap voetbal is de hoogdag voor alle gekwalificeerde landen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 16 Jul 2018 00:19
    0 reactie(s)

    hoogdag
    (de ~ (m.), ~en)

    figuurlijke betekenis

    < oorspronkelijk: kerkelijke feestdag zoals Kerstmis of Pasen, maar nu alg. voor feestdag. Zie andere versie van hoogdag

    VRT taalnet: standaardtaal in België
    Van Dale 2015 online: Belgisch-Nederlands

    De Ronde van Vlaanderen is de grote hoogdag van het wielerseizoen.

    Het wereldkampioenschap voetbal is de hoogdag voor alle gekwalificeerde landen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 16 Jul 2018 00:18
    0 reactie(s)

    hoogdag
    (de ~ (m.), ~en)

    oorspronkelijk: kerkelijke feestdag zoals Kerstmis of Pasen, maar nu alg. voor feestdag. Ook in de fig. betekenis.

    VRT taalnet: standaardtaal in België
    Van Dale 2015 online: Belgisch-Nederlands

    NL: hoogtijdag

    De Ronde van Vlaanderen is de grote hoogdag van het wielerseizoen.

    Is tweede pinksterdag eigenlijk officieel een hoogdag?

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 16 Jul 2018 00:14
    0 reactie(s)

    zagemul
    (zn., o., geen mv.)

    fijn zaagsel, zagemeel

    > mul

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: mul
    Een onz. woord, dat een Germaanse stam mulja- doet onderstellen, en waaronder in het algemeen wordt aangeduid: stof, fijn poeder, ook wel gruis. In Noord-Nederland thans niet in algemeen gebruik, maar in Vlaanderen en Zuid-Brabant nog zeer gewoon.

    Afleiding zagemul, zaagsel (De Bo (1873)).

    In plaats van hersenen heeft hij zagemul in zijn kop.

    Regio Brugge
    Bewerking door fansy op 16 Jul 2018 00:12
    0 reactie(s)

    mot, het in de ~ hebben
    (uitdr.)

    het door hebben, het gezien hebben, het in de gaten hebben
    zie ook snuitje, in ’t ~ hebben

    Van Dale: Belgisch-Nederlands, spreektaal
    - bemerken, de lucht van iets hebben
    - een persoon zijn bedoeling doorgronden

    Jullie hebben getracht mij te foppen, maar ik had jullie gedoe al lang in de mot.

    “En dat geldt ook voor de Vlamingen: de N-VA is pro-EU, maar heeft niet in de mot dat de EU Vlaanderen doet verdampen (en doet vollopen met migranten).” (reactie in Knack 260216)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 16 Jul 2018 00:11
    2 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.