Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door fansy

    mo mens toch
    (uitdr.)

    stopwoordje bij plots vernemen van goed en of slecht nieuws

    ook: mo vent toch! (liedje Will Tura)
    ook in sommige regio’s van de Kempen

    De voorbije week zijn er drie mensen uit mijn omgeving uit het leven gestapt. Toen ik dat hoorde, zei ik spontaan: Mo mens toch!

    Mo mens toch! Waar dat gij allemaal mee in uw kop zit. Die jonge gasten amuseren heulle, laat die toch doen, er overkomt hun niets.

    Regio Leiestreek
    Bewerking door fansy op 08 Jul 2018 23:49
    0 reactie(s)

    mo mens toch
    (uitdr.)

    stopwoordje bij plots vernemen van goed en of slecht nieuws

    ook: mo vent toch! (liedje Will Tura)
    ook in sommige regio’s van de Kempen

    De voorbije week zijn er drie mensen uit mijn omgeving uit het leven gestapt. Toen ik dat hoorde, zei ik spontaan: Mo mens toch!

    Mo mens toch! Waar dat gij allemaal mee in uw kop zit. Die jonge gasten amuseren heulle, laat die toch doen, er overkomt hun niets.

    Regio Leiestreek
    Bewerking door fansy op 08 Jul 2018 23:49
    0 reactie(s)

    blote poep
    (uitdr.)

    zie poep, blote ~

    -

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 08 Jul 2018 23:44
    0 reactie(s)

    zijbaar
    (de ~ (v.), -baren)

    zeef, teems

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Zijbaar, vergiet; zij.
    Bij Weyns, Volkshuisraad in Vlaanderen (1733).
    — Aan de Maaskant is zijbaar inderdaad het gewone vergiet: ”een coperen zijdebaer”

    zie ook: zijg, zoajgboar
    synoniemen: trizee

    Colander (PSF)

    De soep doordoen met de zijbaar. (lokaal zegt men: zaajbaor)

    Regio Haspengouw
    Bewerking door fansy op 08 Jul 2018 23:41
    0 reactie(s)

    zulle
    (de ~, vrouw.zelfst. nw. geen mv.)

    - handelsfonds, ook wel cliëntele genoemd
    - goodwill

    Het is de waarde die men verwerft door jarenlang een klantenbestand op te bouwen met een zaak of winkel.
    Het aantal mensen die regelmatig de drempel/dorpel (zulle) passeren en een aankoop verrichten krijgen zo een waarde.

    zille, voor de ~ betalen

    Hoeveel heb je gekregen voor de zulle?

    “Die winkel is vier duizend frank meer verkocht voor de zulle”, De Bo (1873)

    “’n Goe zulle, ’n goe kalandyze”, Verz. Gezelle (voor 1899).

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 08 Jul 2018 18:57
    1 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.