Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
- som te betalen bij een overname van café, winkel…, voor gemaakt cliënteel
- goodwill
zie ook zulle
Voor zijn cafe heeft hij veel betaald voor de zille.
boordsteen, dorpel
ontronde vorm van zulle
De zillen van de plankiers zijn tegenwoordig aangepast voor rolstoelgebruikers.
hoor, hè, toch, wat denkt ge wel, …
bevestigend stopwoordje, ook gebruikt als bekrachting van een mededeling
Etymologie: Ontstaan uit ‘zullen’ met enclitisch gij: zult gi > zuldi > zulde > zulle (Woordenboek der Nederlandsche Taal)
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal
zie ook
Antwerpen: zenne, zene, ze
Antwerpse Kempen: zalla, zalle, za, zenne, zeulle, zulle, zolle
Hageland zonne of zolle
- Ik zal u nog wel hebben, zulle!
- “zonder mij komt ge d’r niet, zulle” – uit ‘Zichemsche Novellen’, Ernest Claes, 1921
- Ge moet nie peinzen dagge da moogt doen, zulle.
stopwoordje: hoor
meer varianten zie zulle
Ik zal u nog wel ne keer hebben, zonne!
Dat gaat niet gaan zolle, op die manier gelijk gij het wilt.
handelsfonds, ook wel cliëntele genoemd
Het is de waarde die men verwerft door jarenlang een klantenbestand op te bouwen met een zaak of winkel.
Het aantal mensen die regelmatig de drempel/dorpel (zulle) passeren en een aankoop verrichten krijgen zo een waarde.
Hoeveel heb je gekregen voor de zulle?
“Die winkel is vier duizend frank meer verkocht voor de zulle”, De Bo (1873)
“’n Goe zulle, ’n goe kalandyze”, Verz. Gezelle (voor 1899).
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.