Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
een praatje hebben, doen, een klapke ~
Ik heb vanmorgen nog een babbeltje geslagen met mijn buurman. Allebei aan onze kant van de haag.
een praatje maken, keuvelen, soms een eitje pellen of een appeltje schillen
Ge moet dringend nog eens een klapke doen mej olle va. (= met uw/jullie vader)
een praatje hebben, een klapke doen
Ik heb vanmorgen nog een babbeltje geslagen met mijn buurman. Allebei aan onze kant van de haag.
bank, spaarbank
→ Fr. la caisse (= de kassa, de geldkist)
De kas is vrijdag gesloten omdat het dan een feestdag is. Ge zult die verrichting dus best donderdag doen.
het lijf, het lichaam, de keel (pars pro toto)
onterecht verward met kast
→ Fr. caisse (= kist)
Ge kunt u niet voorstellen wat die allemaal in zijn kas slaagt. (slagen = Antw. voor slaan)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.