Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
zoetebek,
wie enorm graag “zoet” lust: gebak, snoep, fruit, e.d.
De zoetemond kon die lekkere beker ijs toch niet aan zijn neus laten voorbijgaan.
onbestemde plaatsaanduiding
in de kontekst: het zijn uw zaken niet
/’t.e t.e r.e ’w.e t.e r.e/
Waar gaat ge naartoe? Naar teterewetere.
ruiten (in het kaartspel)
(Antw.) ook koekes (ruites), schuppes, klaveres, (h)artes
Allee nu, ge gooit toch geen koeken op een harten! Kunt gij niet volgen?
feestelijk aangekleed, op zijn paasbest
/’af g.e b.es t.elt/
Hij stond er piekfijn, afgeborsteld bij op de receptie.
feestelijk aangekleed, op zijn paasbest
Hij stond er piekfijn, afgeborsteld bij op de receptie.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.