Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
afzien, lijden, zichzelf tekort doen
(Antw.) zijne, heure /’gee l.e zieng/
Hij zal zijne giele nogal zien. Hij wil te voet naar Compostella gaan, maar hij is pas vorige week nieuwe bottinen gaan kopen. Op een koppel weken tijd zijn die niet ingelopen.
afzien, lijden, zichzelf tekort doen
(Antw.) zijne, heure /’gee l.e zieng/
zie pere
Hij zal zijne giele nogal zien. Hij wil te voet naar Compostella gaan, maar hij is pas vorige week nieuwe bottinen gaan kopen. Op een koppel weken tijd zijn die niet ingelopen.
afzien, lijden, zichzelf tekort doen.
(Antw.) zijne, heure /’pè.e r.e zieng/
zie ook giele
Met dat joenk (jong) zal ze heure pere nog zien. Daar heeft ze het leste (laatste) nog niet van gezien.
verwend, bedorven kind
(Antw.) /n.em b.e ’d.er v.en ’da:ns/ (a: Spaanse graan AN)
Met dien bedorvendans gaan ze hunne pere/giele nog zien. Bedorven tot op de graat. ’nen Dwingeland.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.